Inaction verbliebe, weder ohne Noth in ein sonderliches impegno gerathe und sich nicht zuviel von Deutschland entferne, um allezeit in Stand zu bleiben, dem Reich nach Erforderniss der feindlichen Bewegungen die helfliche Hand von dieser Armee aus zu bieten und seine Macht allda, wann es die Feinde thun sollten, gleichfalls zu verstarken'. Dat bij dergelijke weinig Napoleontische voornemens geen schokkende gebeurtenissen in het vooruitzicht stonden is dui delijk. Vooral daar Villars instructies had, die hem een ongeveer overeenkomstige gedragslijn voorschreven 1). De 9e Mei uit Den Haag vertrokken, arriveerde de Keizerlijke veldheer de 1 2e te Doornik, wel niet in, maar toch in de nabijheid van het leger. Hij nam hier voorlopig zijn intrek, en hield een wakend oog op de krijgsverrichtingen, die de ie der maand een aanvang hadden genomen. OPENING VAN DE VELDTOCHT HET KAMP VAN LE WARDE Tijdens de winterkwartieren was aan Franse zijde Montes- quiou, bij de geallieerden Albemarle aangewezen voor de dienst op de frontieren, wat voornamelijk neerkwam op bewaking der wederzijdse grensvestingen, linies en posten tegen aanslagen en invallen op kleine schaal en beveiliging van de convooien welke de magazijnen moesten voorzien. Het lag in de aard der zaak, dat de Franse strategie in de komende veldtocht wederom gebaseerd zou zijn op de linies waarin Villars in het afgelopen jaar had stand gehouden en waaraan hij, in over maat van vertrouwen, het devies 'Non plus Ultra' had verbonden. Zij strekten zich van de zee tot Namen uit over een lengte van niet minder dan 240 km. Slechts een klein deel echter werd door een doorlopend retranchement gevormd, nl. tussen Berlencourt aan de Canche en Montenescourt aan de Boven-Scarpe, dat Villars tij dens het beleg van Bethune had doen opwerpen. Overigens volgden zij de Canche, de Scarpe tot bij Biache, vandaar tot bij Arleux het HOOFDSTUK II (Zie schets nr. i) Eugenius a. d. keizerin, Den Haag 8 Mei 1711 (Feldzüge XIII, supplement p. 30). Marlborough aan St. John 29 April (Murray V, 319—'20). 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 30