dant werd verhoogd van i 500 op 1800. Intussen begonnen diverse ziekten reeds geducht huis te houden. De 6e September lagen in het hospitaal te Maastricht reeds 600 gewonden en zieken; de 13e was dit aantal tot 700 gestegen. Het waren uit de aard der zaak vooral de gevechten die de hospitalen vulden, maar misschien nog meer de belegeringen waarbij de manschappen tot de knieën in het water stonden; het te lang wachten met het betrekken van de winter kwartieren, en in het algemeen een nat en koud najaar hielden geducht huis, vooral onder jonge soldaten die met het klimaat en de gesteldheid van het land nog niet bekend waren. Treurig was de toestand te Hulst in 1703, toen de bestorming van de linies van Stekene zware offers geëist had. Een stroom van meer dan 200 zware ge wonden moest zonder enige accommodatie in de kerk legeren (die als hospitaal dienst deed) maar bovendien was de voorziening van levensmiddelen spaak ge lopen. Niet minder droevig was in 1709 de situatie na de slag bij Malplaquet, toen alleen onder de Staatse nationale regimenten reeds 3" a 6000 gewonden om be handeling vroegen. Te Brussel waren drie veldhospitalen ingericht respectieve lijk in de Hallepoort, de Bethlehem- en de Leuvense poort. De rekeningen en betalingslijsten van deze hospitalen zijn ten dele bewaard en geven enige kijk op het hospitaalpersoneel, de lonen en gebruikte medicijnen. Volgens de petitie, door de Raad van State 4 Februari 1711 ingezonden (Nr. 2229), was in 1710 het groote legerhospitaal' te Brussel met meer dan 3000 gewonde en rieke soldaten 'opgepropt' geweest. (Zie bijlagen 40 -43). 288

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 314