blijven. De 26e betrok hij met de hoofdmacht een kamp achter de Scarpe met de linkervleugel bij Boiry-Notre-Dame, de rechter om en bij Oisy, waar het hoofdkwartier werd gevestigd. Montesquiou kampeerde met 40 bataljons en 46 eskadrons achter de Schelde tussen Bouchain en Thiant, en het hoofdkwartier te Douchy. Een klein observatiekorps, dat onder Vivans bij Charleroi stond, kreeg order zich meer binnen zijn bereik te plaatsen. De cavalerie van Villars werd op geruime afstand links-achterwaarts van het kamp gelegerd, bij Bapaume en Miraumont, waar zij foerage uit de steden aan de Somme kon betrekken. Van het beleg van Douai werd afgezien omdat de koning, blijkens zijn schrijven van 24 April, vreesde dat de geallieerden bij wijze van diversie Hesdin zouden innemen en daarmee de linie van de Canche forceren. Een tweede, misschien nog belangrijker reden was, dat het beleg het risico van een slag zou meebrengen, en dit wilde de koning speciaal vermeden zien. Daarom zouden ook Valenciennes, Condé, Maubeuge en Quesnoy in voorkomend geval aan zich zelf worden overgelaten, na van een goede bezetting te zijn voorzien. Voor Ieperen en St. Omer koesterde men weinig vrees, omdat de aanleg der magazijnen te Rijssel en Doornik wees op actie in Zuidelijke richting 1). De geallieerde strijdkrachten waren, behoudens het gedeelte dat nog onderweg was, 30 April verenigd bij Orchies. Omdat wegens het kort te voren ontvangen bericht van de dood van de keizer, de komst van Eugenius zeer twijfelachtig was, maakte het een punt van overweging uit of men de beide legers niet in een ge meenschappelijke ordre de bataille zou samensmelten. Marl borough besloot, ze gescheiden te houden; zodoende ontweek men moeilijke verschikkingen en disputen tussen verschillende aanvoerders. Beide legers kwamen echter onder Marlboroughs rechtstreeks bevel 2). Volgens de ordre de bataille, dus in complete toestand, bedroeg de sterkte van het Keizerlijke leger 48 bataljons en 110 eskadrons, het Staats-Britse 94 bataljons en 1^9 eskadrons, te zamen dus 142 bataljons en 269 eskadrons; het vorig jaar had het leger bestaan uit 172 bataljons en 280 eskadrons, een verschil dus van 30 bataljons en 11 eskadrons. Het verschil werd veroorzaaktdoor de Engelse bataljons welke voor de expeditie van Hill moesten worden in gescheept, door het neutraliteitskorps van 8 Paltsische bataljons en 9 eskadrons en tenslotte door de noodzakelijke bezetting van Pelet X-384, 383, 387 vlg. 2) Vegelin v. Claerbergen aan Fagel 29 April (Verbaal Ged. te velde, St.Gl. 8229). 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 33