bijlage 14. Zie pag. 190 Boek XI 24 Juli 171 2 GED. TE VELDE TE QUESNOIJ AAN ST. GEN. (A.R.A., St. Gl. 8230) De Marechal de Villars is gisteravond na 't ondergaan van de son van Cateau Cambresis opgebroken en met sulken haest gemarcheert, dat hij desen morgen vroeg de Schelde tot Sourche en Neufville in agt colomnes gepasseert is. So ras de Prins van Savoijen daarvan geadverteert wierd, reed hij na Denain, deed ses batts. tot versterking van het corps van den Grave van Albemarle overgaan, besag self rondom het retrenchement en de infanterij langs hetselve geposteert, deed de cavallerij en bagage aan dese sijde marcheren (opdat deselve geen embaras soude veroorsaken) en keerde omtrend tien uuren weder effen over de brug om de nodige dispositie tot soutien van dat corps met de gansche infanterije, die reeds in marsch was, te maken. De vijand, ondertusschen tot digt bij het retrenchement geavanceert, naderde hetselve en front met een seer dicke en geserreerde colomne van sijn gansche linkervleugel en corps de bataille. En nadat deselve meer als eens de mine gemaakt hadde van voor ons canon terug te wijken, quam hij op eenmaal met so veel furie op de regimenten aldaar geposteert aan, dat deselve na een de charge gedaan te hebben het retrenchement abandonneerde. Dus daarin gedrongen sijnde, wierd aanstonds alles wat regts en links was of gecoupeerd, of genoodsaakt na een vigoureuse, dog vergeefsche, resistentie na de brug terug te trecken. Dog deselve was door de bagage aan stucken gebroken en heeft daardoor het grootste gedeelte der vluchtelingen moeten verdrinken. Een gedeelte is be houden overgekomen en de rest der 17 batts., die sig in 't retrenchement be vonden, gedood of gevangen. Onder de laatste is mede de Gen. Grave van Albemarle en de Major-Gen. Sobel. De Luijt.-Gen. Grave van Dhona en Kijserlijke Major-Gen. Prins van Holsteijn sijn verdronken. Van den Grave van Nassau-Woudenberg is nog geen seker narigt. Onder de 17 batts. bevinden sig 8 Kijserlijke of Paltsche en maar 3 a 4 van den Staat, als die van Albemarle, Weideren en Douglas. De rest sijn over- genomene troupes. Wij moeten tot nader occasie uijtstellen U Hoog Mog. een netter detail van het verlies te senden. Hetselve is ten opsigte van 't vier seer gering geweesd en soude buijten het ongeluk van de brug op verre na van die importantie niet geweesd sijn, dewijle de vijand noijt tot aan de rivier heeft derven doordringen wegens onse infanterije, die aan dese sijde geposteert was. De Brigadier Berkhoffer bevind sig ondertusschen met 6 batts. tot Mar- chiennes en dewijl die plaats aan dese sijde de Scarpe bijna onnaakbaar is, hopen wij, dat denselve middel sal vinden om sig aldaar wel te defenderen, of soo de vijand over die rivier mogt gaan, sig elders heen te sauveeren. Dewijle onse communicatie t'eenemaal met die plaatse afgesneden is, heeft raen aanstonds ordre gegeven, het brood voor d'armée hier en te Mons te hacken. 323

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 349