bijlage 17. Zie pag. 193 Boek XI 28 Juli 1712 TILLIJ IN 'T LEGER TE POIX EN SEULESCHE AAN ST. GEN. (A.R.A., St. Gl. 3037) Naar d'affaire van Denain heeft het vijantlijke leger de volgende situatie genomen. D'extremiteijt van de linkervleugel staet bij Trij op de Schelde, de linie continueert langs die rivier tot aen Lourche, daar sij een elleboog maekt en trekt naar Mastain over de hoogte van Bouchain en daelt vervolgens in de laegte van Marquette naar Waverchin. Sij hebben een gedetacheert camp tusschen Marschiennes en Anchin en een ander detachement tusschen Hasnon en St. Amandt. De eerste sorg van de Marschalk van Villars was te doen opligten de kleijne posten en redoutten langs de rivier te Pont a Rache, Anchin, Elasnon, Lucron, Thun en eijndelijk Mortagne en St. Amand, waarvan de meeste in dusdanige situatie weijnigh resistentie hebben kunnen doen en met het garnisoen van St. Amand tot crijgsgevangens sijn gemaekt. De vijanden meenden Marschiennes ook soo gemakkelijk wegh te neemen, maar den Brigadier Berkhoffer (sigh daar vindende met ses battaillons, voorsien met ammunitie van oorlogh en montprovisie door de schepen die daar sijn) wierd tot drie reijsen met de deegen in de vuijst geattacqueert. De vijanden, gedagt hebbende dit als een open plaets te overmeesteren, wierden terughgeslagen en gerebuteert. En tot deese attacque niet anders ge- emploijeert hebbende als haar veltartillerie, hebben sigh genootsaekt gevonden van Valenciennes te doen komen sestien groote stucken canon, vier mortieren, nieuwe ammunitie en aerde op te werpen om die plaets met meer ceremonien te naderen als sigh verheelt hadden. De gemelte brigadier heeft middel gevonden om een innondatie te formeren, die een gedeelte van den ommetreck dekt en deffendeert sigh nog, schoon d'artillerie, van Valenciennes gekomen, van deese morge heeft beginnen te speelen. 327

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 353