bijlage 18. Zie pag. 221, noot 2 Boek XI
3 Sept. 1712
VERKLARING VAN DE HOOFDOFFICIEREN BINNEN DOUAIJ
(A.R.A., St. Gl. 3037a)
Wij ondergeschrevene hooftofficieren van het guarnison tot Douaij, ver
klaren en arresteeren mitsdeesen, gelijck ons voorgekommen en bekent is, dat
het geweer (ons uijt het arsenal gegeven) meest onbruickbaar ist geweest en in
gheen behoorlijcken staat om den dienst daermeede te hebben koennen doen.
Zijnde een groot gedeelte daervan gesprongen en de soldaten daermeede be
schadigt, manqueerende het aen veelen soo aen de loopen als aen de slotten,
sijnder eer verscheijden gevonden sonder laetgaet.
De granaten in soo een staat, dat een groot gedeelte (verre booven hetgheen
ordinaris gebeurt) in de handen van de soldaeten sijn gesprongen en daerdoor
geestropieert geworden. Alle hetwelcke de soldaten seer heeft gerebuteert en
qualijck tevreeden gemaekt, sigh van tijdt tot tijdt hierover beklagende.
Meede dat heel in den beginne van de belageringe de commiss gheene koegels
van calibre tot sijn geweer heeft gehadt, noch looth om deselve te doen gieten,
selfs de noodige formen daertoe manqueerende. Hetwelck der Heer Gouver
neur verneemende, heeft door sijn goede voorsorghe het noodige looth an-
geschaft.
Voorder heeft het gemanqueert aen viersteinen, alsoo eer gheen vorrath
genoght was in 't arcenal, dogh ordre van de Heere Gouverneur hierin met een
naukeerigh ondersoek eenighsints voorsien, alsoo men een parteije uijt-
gevonden hadt, waervan er eghter veele niet bruikbar sijn geweest, koennende
deselve qualick dienen voor pistolen off carabinders.
De Heere Gouverneur heeft meede door sijn vlijtt en groote voorsorge in de
stadt doen opsoeken en anschaffen piek en teer, gelijck de uijtterste noot-
saekeligheijt ervoorderde om te dienen voor lichtkoegels, pickcransen en wat
noodigh wass voor onse wereken om een behoorlijke defensie te doen tegens
de vijandt, hetzij met affbranden van sijne galderijen, gelijck tot diverse maelen
geschiedt is, als anders.
Wij verclaaren voorders, dat de boovengemelte defecten van het geweer,
viersteenen, granaten, die swaere faticques voor het garnison, hetwelck niet
alleen daegh en naght voor den vijandt in 't vuijr moeste weesen, maer daeren-
booven genootsaekt te arbeijden op plaetsen daer het gevaerlijk was, alsoo men
gheen burgers off andere luijden van het landt daertoe crijgen konde, den Heer
Gouverneur geobligeert heeft den soldaet meer als ordinaris toe te leggen,
gelijck meede de officieren (uijt wij ondergeschr. hooftofficieren, die gheen
douceurs hebben gepretendeert noch genooten) en hetselve doen uijtdeelen
met het beste overlegh en goede ordre, gelijck den dienst van den Staet ge-
requireert heeft, daer en waer het ten hooghsten noodigh is geweest.
Zijnde het seeker en constant, dat wij buijten dat ons niet hadden koennen
verseekert houden van de goeden moet en wijl daer de gemeene man in ge-
328