bijlage 31. Zie pag. 283 Aanhangsel
CONSIDERATIEN OVER EENIGE POINCTEN DEWELKE BETREFFEN
DE INFANTERIE VAN DEN STAAT
(A.R.A., R.v.St. 1897)
Ingenomen hebbende het advijs van de generaals en luitenant-generaels van
de infanterie van den Staat omtrent de maniere van kleedang, wapening en
betaling van 's lants infanterie, waar ontrent de meeste sentimenten comen te
accordeeren, discreperende egter in eenige poincten, nadat op alles wel geleth
en overwogen te hebben en om soo veel als mogelijk is de voorschreve senti
menten te consilieeren soo hebbe geoordeelt dat daar ontrent behoorde ge-
decideert te werden als volgt.
Aangaande de betaling van de infanterie en is geene verandering te practi-
seeren alsoo den soldaat sijne 28 stuyvers 's weeks van seven dagen moet vrij
hebben, sonder dat daarvan sal mogen gecort werden voor het handpaert tot het
navoeren van tenten ofte ijts anders van die natuur.
Raekende de kleeding blijkt het bij experientie dat geen beter manier van
kleeden kan gevonden werden als die tegenwoordig bij de meeste regimenten
gepractiseert werd, namentlijk dat men alle twee jaeren den soldaet compleet
comt te kleeden, met een ruyme goede carsaije rock op de wijse als een surtout,
camisool en broek en ider jaar een nieuwe hoet, een paer nieuwe kaussen en
een paar nieuwe schoenen, waar meede een soldaet die wat suijnig is wel toe
comen kan; de ordre die altijd geweest is om alle jaren een paar schoenen aen
de soldaten te geven behoorde vernieut te werden, alsoo deselve bij sommige
regimenten genegligeert ende van de soldaeten van haer 20 stijvers werd af
gehouden.
De paije surtoutte die men voor deese plagt te gebruijken en sijn tegen
woordig niet meer van den selven dienst, also de rocken selver als surtoutten
gemaakt werden, en alhoewel de tegenwoordige manier van kleeden wat
kostelijcker valt als doen men seer enge lijfrocken sonder camisool en een paije
surtout plagt te geven, soo is de tegenwoordige manier evenwel voor 't gebruijk
en de commoditeijt te prefereren.
Wat belangt de wapening verschillen de sentimenten ontrent het getal van de
pieken en of men de piecken behoort te houden ofte deselven af te schaffen.
Waar op alles voor en tegen geconsidereert hebbende is mijn gevoelen neffens
de meeste generaels dat pieken bij een bataillon seer dienstig sijn, niet alleen
tegen de cavallerie de welke sekerlijk een bataillon sonder piecken veel ge-
mackelijker kan overhoop werpen als wanneer men daer piecken bij heeft
sooals menigvuldige exemplen het connen getuijgen, maar ook voornamentlijk
dienen de piecken om een vast en onbeweeglijk centrum van 't bataillon te
conserveeren bij de vendels als sijnde het sekerste middel en het kenbaerste
teeken om de vleugels die altemets in confusie en disordre komen te geraken
weder met faciliteyt en promtitude te rallieren en herstellen; ontrent het
getal der pieken sijn de sentimenten meede wat gepartageert dog accordeeren
de meeste dat men het met negen pieken per compagnie soude konnen afsien
om soo veel meer vuur bij het battaillon te cunnen hebbenhet getal van tien
granadiers moet bij ijder compagnie gehouden werden, en bij ijder compagnie
ook een timmerman.
349