urgent. Hij wachtte te Doornik de aankomst van zijn bagage af en vertoefde aldaar nog tot 23 Mei, toen hij zich naar het hoofdkwar tier te Le Warde begaf1). De 26e Mei valt wederom een aanslag op de aanvoerlijnen der bondgenoten te boeken. Het plan er toe schijnt van Voysin te zijn uitgegaan, die Villars reeds de 17e wees op de mogelijkheid van het vernielen van de sluis te Harlebeke, km ten N.O. van Kortrijk aan de Lys. De graaf van Villars, commandant te Ieperen, belastte zich met de uitvoering. De sluizen werden verdedigd door een kleine, met twee ijzeren vierponders bewapende en met 60 man bezette redoute op de rechter- en een versterkte molen met 20 man op de linker oever. De redoute bestond uit een wal met fraisering, waaromheen een droge gracht met een palissadering op de bodem. Even beneden deze versterkingen was een ophaalbrug over de rivier. Op de morgen van de 2 £C vertrokken een vrije compagnie en een dertigtal fusiliers uit Ieperen met opdracht de Lys by Oyghem over te gaan, zich in de buurt van Harlebeke schuil te houden, en de ophaalbrug neer te laten, zodra de eigen troepen naderden. Deze vertrokken later op de dag ter sterkte van 16 compagnieën grenadiers onder de brigadier D'Harlin met ter onder steuning een regiment dragonders en 1600 man infanterie onder Villars. Een detachement mineurs was ingedeeld voor het ver nielen van de sluis. De grenadiers marcheerden, ter misleiding van de vijand, over Rousselaere; de ondersteuningstroepen volgden de normale weg. Drie uur des morgens van de 26e bereikten de grenadiers de plaats van bestemming. De ophaalbrug werd neergelaten door het ge noemde vóórdetachement, waarop 10 compagnieën de redoute en 6 de molen aanvielen. De kleine bezettingen verdedigden zich zo goed mogelijk; die van de redoute deed twee kanonschoten, waardoor in elk geval het garnizoen van Kortrijk werd gewaar schuwd. Doch de grenadiers drongen over de palissaden en de fraisering stormenderhand de schans binnen. De helft der bezetting ongeveer vond met een der beide officieren de dood, een dertigtal manschappen, allen door bajonetsteken gewond, werd gevangen genomen. De bezetting van de molen wist voor een deel te ont komen. De Franse verliezen moeten een twintigtal doden en ge wonden, onder wie twee officieren, hebben bedragen. Vervolgens werd de sluis vernield door het laten springen van de kademuren bij de vier draaipunten der sluisdeuren. Het aan- 1) Murray V-348Feldzüge XIII, Supplement p. 33, 36. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 38