BIJLAGE 43
HOYKAES AAN DE STATEN GENERAAL d.d. 27 JUNI 1703
(A.R.A., St.Gl. 8217; verbaal Gedeputeerden te velde, 1703, II)
HOSPITAAL TE HULST, 1703
Edele Mogende Heeren,
De eer hebbende van alhier uijt cragte van U Ede. Mogende Commissie te
bedienen de rentmeestersplaets van 't militair hospitael binnen dese stadt, vind
ik mij eed- en pligthalven geobligeert U Ede. Mogende met onderdanigh
respect te berigten, dat huijdenmorgen de vijandlijke liniën aen dese kant sijn
geattacqueert ende daerin door de trouppes van den Staat post gevat.
Dat in deselve attacque een tamelijk getal dooden en gequetsten bekomen
sijnde, deselve gequetsten van uijre tot uijre alhier arriveren om gecureert
te worden.
Edogh dat bij manquement van een bequame plaetse (die onder U Ede. Mo.
welnemen behoorde geapproprieert te worden) men deselve gequetste heeft
moeten leggen in de kerke alhier.
Dat oock de aenneemster van de montcosten c. in 't selve hospitael, ge-
noemt Anna Overheij, tot nogh toe alhier niet is gearriveert en sulx alleen
(soo ick geinformeert ben), omdat bij U Ede. Mogende tot nogh toe niet is
aengewesen een bequaeme plaets om hetselve hospitael te formeren.
Door al hetwelcke men tegenwoordigh in groote verlegentheijt is en 't gene
mij necessiteert U Ede. Mogende met onderdanigh respect te versoecken, dat
U Ede. Mogende ten spoedigste believen te nomineren een bequame plaets
binnen dese stadt omme 't selve hospitael te formeren ende vervolgens de
voorschreve Anna Overheij te gelasten sigh ten spoedigste herwaerts te begeven
om haer contract van aenneminge der montcosten te komen presteren.
Te meer dewijl U Ede. Mogende eenigen tijt geleden alle noodige materialen
tot het hospitael noodigh herwaerts hebben believen te senden. En presseert
die saeck nogh meer, omdat men geinformeert is, dat de vijandelijke forten in
de liniën nogh niet geemporteert sijn ende dat die alle moment staen geattac
queert te worden.
Dat dienvolgens nogh meer gequetsten alhier verwagt werden, die bij man
quement van een bequaam huijs voor 't hospitael niet naer behooren konnen
gecureert worden.
Waermede verblijve, die mij met onderdanigh respect d'eer geeft van te
teijkenen
Edele Mogende Heeren,
U Edele Mogende onderdanigste
en getrouwe dienaer
Hoijkaes
Hulst, 27e Junij 1703.
380