opper-commandement van het schip sal hebben in sijne qualiteijt, als in het eerste Articul gementioneert staat, sal praesideeren, en de eerste stemme hebben, ende naar hem den capiteijn van de landtsoldaaten op hetselve schip zijnde, dan weederom de scheepslieutenant, ofwel op scheepen bij hoofdt- officieren gevoert werdende den eersten scheepscapiteijn, die onder den hooftofficier op het schip soude moogen zijn, vervolgens den lieutenant of vendrigh van de landtmilitie, en soo voorts over ander, dan een scheepsofficier en dan een landtofficier, ten welcken eijnde de scheepsofficieren aan de eene, en de landtofficieren aan de andere zijde van de tafel geplaatst sullen werden, nadat diegeene die het commandement over het schip heeft aan het hooge eijnde sijn plaats sal hebben genoomen. 391

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 417