BIJLAGE O
RESOLUTIE, NOOPENDE HET APPOINCTEEREN VAN VERMINCKTE
EN IMPOTENTE SOLDATEN, DEN 18. MAART 1706
(G.P.B., Dl. V, 48, pag. 167)
Is goedtgevonden en verstaan, dat voor het toekoomende de ruijters en
soldaaten, volgens de voorgemelde Haar Edele Groot Mog. Resolutie van den
vijfden December sestien hondert neegen en neegentigh gequalificeert zijnde
om geappointeert te konnen werden, en die bevonden sullen werden armen of
beenen verlooren te hebben, of soodanigh gequetst of verminckt te zijn, of tot
soodanigen hoogen ouderdom te weesen gekoomen, dat onmoogelijck weer in
staat souden konnen werden gebracht, om den Lande langer te konnen dienen
voor haar leeven langh sullen moogen werden geappointeert.
Behoudelijck, dat, in gevolge van de voorschreeve Resolutie, de gemelde
Heeren Haar Edele Groot Mog. Gecommitteerde Raaden in de respective
quartieren de betaalinge van soodanige appointés, soo veel doenlijck, jaarlijcks
aan de persoonen selfs door commissarissen sullen doen, ende wel toesien, dat
daaromtrent bij suppositie van verkeerde persoonen of anders geen bedrogh
koome te werden gepleeght.
Ende voor soo veel eenige van deselve door sieckte of andere noodige ver-
hinderinge niet personeelijck souden konnen verschijnen, dat aan deselve geen
betaalinge sal werden gedaan, tenzij niet alleen van baar leeven, maar speciaal
oock van die sieckte of noodige verhinderinge door suffisante wel gecircum-
stantieerde verklaringe sal zijn gebleeken.
392