sterke regiment dat Sayssans bezat in dienst van koning Augus tus ii 2). Een nieuwe fase in de veldtocht trad in op 14 Juni. De voor naamste reden was de schaarste van foerage, die sedert enige dagen was ingetreden en die het noodzakelijk maakte een andere leger plaats op te zoeken. Hiervoor werd gekozen de vlakte van Lens, een uit de vorige veldtocht welbekend terrein. De 13e werden de bevelen voor de mars gegeven2). Gelijktijdig met deze verplaatsing viel het vertrek der Keizerlijke en Paltsische troepen uit het leger. Lodewijk xiv had, daar het gevaar in de Nederlanden niet bepaald dreigend scheen, toege geven aan de aandrang van Maximiliaan van Beieren tot ver sterking van het leger aan de Rijn. De keurvorst, die zich zelf het opperbevel in plaats van Harcourt had toegedacht, had hiermee grote plannen, met name de terugkeer in zijn keurvorstendom, gebruik makende van de verwikkelingen en verwarring welke naar hij hoopte in het Rijk zouden ontstaan i.v.m. de keizerskeuze. Dientengevolge vertrok 11 Juni een eerste detachement onder St. Fremont, ter sterkte van 1 bataljons en even zoveel eskadrons, naar Givet om vandaar zijn weg naar de Rijn te vervolgen3). In het geallieerde kamp had men al spoedig de lucht van het deta chement, hoewel men het ware omtrent sterkte en bestemming nog niet wist. Voor Eu genius was hiermee het ogenblik gekomen zich op zijn orders te beroepen, en de betrokken legeronderdelen naar Duitsland te doen vertrekken, nl. 12 bataljons en 41 eskadrons Keizerlijke en Paltsische troepen. Een uitzondering werd gemaakt voor een regiment Keizerlijke huzaren, dat in de Nederlanden node kon worden gemist. De Deense, Saksische en Hessische troepen sloten zich bij het leger van Marlborough aan, dat de 14e over de Molinet en vervolgens bij Vitry over de Scarpe ging, en tot legering overging in de vlakte van Lens, met de rechter vleugel bij Lievin en de linker bij Hennin-Liétard4). De erfprins van Hessen dekte bij de mars de achterhoede. De detachementen bij Mortagne, St. Amand en elders waren te voren ingetrokken. Eugenius nam op de morgen van die dag afscheid van zijn krijgsmakker en liet zijn contingenten voorlopig naar Orchies marcheren. Zelf begaf hij zich Murray V-374 vlg., 5-28, £32. 2) De orders voor de mars in Eur. Mere. 31^, 316. 3) Pelet X-398, 399; de marsregeling aid. 61 g, 616. 4) Feldzüge 1 £4, 1 gg. Volgens de ordre de bataille van 14 Juni in het kamp van Lens (aid. 'Anhang' nr 13) telde het leger hier 130 bataljons en 22g eskadrons. Het Hollands artilleriepark bestond uit 36 stukken van 18 en 12 pond, 24 van 6 en 3 pond, 4 houwitsers en go pontons; het Engelse uit 20 stukken van 18 en 12 pond, 42 van 6 en 3 pond, 4 houwitsers en 20 pontons; totaal dus 122 kanonnen, 8 houwitsers en 70 pontons. *S

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 41