397 Het vorig jaar heeft men tal van winterkwartieren bepaald in plaatsen waar men geen magazijnen had ingericht. Gevolg daarvan was, dat de elders aanwezige magazijnen ten dele van geen nut zijn geweest en anderdeels met grote kosten en moeiten zijn overgebracht. Petitie vanf i 836 303 t.b.v. de koning van Portugal (Ingediend 6 September 1703) Ingaande 16 Augustus heeft men zich verbonden tot het zenden van ver sterkingen in de vorm van volk, schepen, geld, geweren, kanonnen en kruit. De Staat heeft nu te bekostigen 1. 1/3 van het geweer voor 13 000 man te voet. Deze post moet direct op gebracht worden, daar men in Portugal op de geweren wacht en deze staat geen krediet heeft om ze anders dan contant te kopen. 2. 1/3 van een miljoen rijksdaalders per jaar gedurende de gehele oorlog, voor de helft bestemd voor de bezoldiging van 13 000 man, die de koning van Portugal moet aanwerven bij de 13 000, die hij reeds in dienst heeft. Betaling moet geschieden in maandelijkse termijnen. De andere helft van bovengenoemd bedrag is bestemd voor de kosten van de campagne en moet worden betaald vanaf het te velde trekken. 3. 300 000 rijksdaalders, te betalen na de ratificatie van het verdrag en bestemd voor dekking der kosten van uitrusting van het Portugese leger. 4. paarden voor ruiterij en dragonders, en wel voor 1 ƒ3 van 1 000 ruiters en van 1 000 dragonders. Begroot op 94 800 gulden. 3. 1/3 van 10 metalen stukken kanon van 24 en van 10 van 1 2 met laad- gereedschap, affuiten, voorwagens, trektuig en 600 kogels voor elk stuk. 6. 1/3 van 400 000 pond buskruit, gelijk met de troepen over te zenden en van jaar tot jaar door een gelijke hoeveelheid te doen volgen. (De twee laatste posten hadden uit deze petitie weggelaten kunnen worden, indien de generaliteitsmagazijnen beter voorzien waren geweest. De stapel magazijnen waren echter geheel leeg en die in de frontieren zo slecht voorzien, dat het onmogelijk was iets daaruit te lichten en men dagelijks bij de provincie Holland te leen moest gaan, wanneer men iets nodig had voor het leger). Voor het transport zijn nodig: 1. 40 940 gulden voor aankoop van hangmatten en andere kleinigheden; 2. 30 290 gulden voor 'equipagiegeld' der officieren; 3. 126 000 gulden voor 3 maanden huur van 21 transportschepen; 4. 18 000 gulden voor vergroting der kombuizen en inkoop van watervaten; 3. 138 038 gulden voor onderhoud van de troepen gedurende de overtocht; 6. io 000 gulden voor het aan boord brengen van het volk, de vivres en verdere behoeften, het z.g. lichtergeld. Ter dekking van onverwachte kosten gedurende de campagne in Portugal wordt uitgetrokken een bedrag van f23 000. De kosten van uitrusting van het eskader oorlogsschepen en de vervanging van verloren gegane schepen is moeilijk te bepalen, waarom deze petitie totaal wordt begroot op 1 836 303 gulden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 423