Bij resolutie van 30 Juni 1698 werd hierop voorlopig 4 miljoen gulden uit getrokken ter versterking van enige plaatsen langs de IJssel, van Groningen, Koevorden en Bergen-op-Zoom en tot het afbouwen van die plaatsen in Brabant en Vlaanderen, waaraan sinds 1688 was gewerkt. Door de huidige oorlog is men plotseling voor het feit gesteld bijna 20 steden en plaatsen te moeten versterken, buiten nog de vele retranchementen, linies, forten en redouten en andere werken. Reeds in 1701 zag men zich dan ook genoodzaakt een nieuwe petitie in te dienen, terwijl sedertdien reeds vele malen petities voor dit doel moesten worden ingediend. Vooral ook door de achterstand der betalingen heeft de fortificatie geleden. Menig begonnen werk, dat bleef liggen, is vervallen, hetgeen dubbele kosten betekent. Opnieuw ziet de Raad van State zich nu dan ook gedwongen een petitie van if miljoen gulden in te dienen. Petitie van 30 000 gulden. Ter bestrijding van de kosten verbonden aan de ontvangst van aartshertog Karei te Den Haag 1). (Ingediend 10 Juni 1704). Petitie van 1 136 000 gulden. Voor het inrichten van de magazijnen van foerage voor de komende winter. (Ingediend 10 Juli 1704.) PETITIE VAN 636262:10:0 VOOR DE OORLOG IN PORTUGAL (Ingediend 14 Juli 1704) 'Het secours van volk, dat de Staat gesonden heeft na Portugal volgens het tractaat, seer gesmolten zijnde, ten deele door sterfte, welke een lange en moeijlijke reis midden in de winter en het ongewoon climaat veroorzaakt hebben; ten deele door desertie, doorgaans in swang gaande wanneer de soldaat niet op sijn gemak is en de saaken siet qualijck gaan; dog insonderheid door de ongelukkige voorvallen, waarin bijna twee geheele regimenten in s vijands handen gevallen zijn 2), sullen niet alleen seshondert recrutes, maar bovendien twee geheele regimenten, ten eerste na Portugal gesonden worden volgens de resolutie, daarop genoomen bij U Ho.Mo. den 24 der voorleede maand. De kosten van het transport van deze 2 regimenten en 600 recruten zullen (gerekend naar het vorige transport) bedragen 170 762:10:0, waarvan: 19 630 gulden voor aankoop van hangmatten en van andere kleinigheden, gerekend per hoofd op 1 o gulden 4630 gulden voor equipagegeld der officieren; 60 000 gulden voor 3 maanden huur van 10 transportschepen, die ten minste nodig zullen zijn om 1963 man, 133 333 ponden kruit en de benodigde vivres te vervoeren 8000 gulden voor het uitbreken en vertimmeren van de kombuizen, die anders te klein zouden zijn voor 200 man, inkoop van watervaten en andere, hiermede verband houdende, zaken; Op de doorreis naar Portugal. (Zie band lp. 3£$). 2) Fagel en Holstein—Norburg. (Band I p. £14). 40I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 427