derhalve van Villars die, ongeacht het paspoort van de koerier,
op Albemarle's klachten en verzoeken om teruggave geen gehoor
gaf. De maarschalk kon van dergelijke brieven niet anders dan
profijt hebben1).
HET KAMP VAN LENS
Dezelfde dag nog, waarop Marlborough naar de vlakte van
Lens vertrekt, laat Villars zijn leger naar links opschuiven, en kam
peert hij langs de Scarpe met de rechter vleugel tegenover Fampoux,
de linker ten Westen van Arras, bij de abdij van Estrun. Het hoofd
kwartier wordt gevestigd in de priorievan St. Michel in een der voor
steden van Arras. Montesquiou, die met zijn detachement aan de
Schelde staat, krijgt last, zich bij het leger aan te sluiten, zodat de
i^e Juni de rechtervleugel reikt tot Boiry-Notre-Dame ongeveer
tegenover Biache, en de linker tot Montenescourt 2).
Nu het vertrek van Eugenius' troepen de sterkteverhouding ten
voordele der Fransen heeft gewijzigd, is Villars besloten tot de
aanval op het geallieerde leger over te gaan, indien hij de toestem
ming van de koning er toe kan verwerven. De vlakte van Lens leende
zich uitstekend tot slag leveren, en de positie der bondgenoten bezat
geen enkel natuurlijk voordeel, gelijk een verkenning, de i ye ge
houden, ten overvloede had aangetoond. Villars liet alvast een
aantal bruggen over de Scarpe slaan, en schreef nog de i aan de
koning, dat indien de koerier, die de volgende dag terug kon zijn,
een toestemmend antwoord bracht, hij des morgens van de daarop
volgende dag zou aanvallen.
Het zou de eerste grote slag geweest zijn met de Fransen als aan
vallende partij. Voor Villars' zienswijze pleitte bovendien de
omstandigheid dat de geallieerden in geval van een nederlaag een
slechte kans maakten wegens de Deulle en andere wateren in hun rug,
terwijl de Fransen in hetzelfde geval op Arras konden terugtrekken.
HOOFDSTUK III
(Zie schets nr. i)
Goslinga, Mém. 115-, 116. Albemarle aan Heinsius, Doornik 17 Juni (Heins. arch. 1611); zie
Bijlage 1.
Over de onderschepte brieven van Albemarle: Pelet X-^38, 617. Heinsius tracht tevergeefs
Eugenius van zijn vertrek af te brengen: Van 't Hoff nrs 95^-960. De reden van Eugenius' reis naar
Den Haag onjuist weergegeven door Coxe III-390.
2) Pelet X-400.
27