terug te roepen, indien hij vóór zijn vertrek uit Den Haag geen
'satisfactie' kreeg in zake zijn aanspraken op de nalatenschap van
Willem iii. De strijd hierover was sedert enige tijd weer opgelaaid,
met als zwaartepunt het Huis te Dieren. Reeds i Juni schreef Hein-
sius: 'Nous avons ici une grande querelle a démêler entre le Roy
de Prusse et le prince de Nassauw'. De ^e was de koning zelf in
Den Haag verschenen, en op bovengenoemde wijze zette hij zijn
eisen kracht bij. Gelukkig had een lange ervaring reeds geleerd dat
men dergelijke bedreigingen van de Pruisische monarch niet al te
zwaar moest opnemen. Niettemin was het een zaak van algemeen
belang dat de netelige kwestie eindelijk een oplossing vond. De
koning en de Staten, in deze bijgestaan door Marlborough, vroe
gen Oranje daarom met aandrang, naar Den Haag te komen; deze
had echter grote tegenzin het leger te verlaten. Eindelijk gaf hij toe
en 9 Juli gaf hij de Staten kennis van zijn aanstaande komst. Het was
deze reis, die de jonge en nog zo veelbelovende Oranjetelg vijf dagen
later het leven kostte ten gevolge van het omslaan van het veerschip
aan het Strijense Sas. Een zwaar verlies voor het Oranjehuis, het
vaderland en het leger. Fagel nam zijn plaats in als oudste generaal
der Infanterie 1). Het spreekt vanzelf, dat de onderhandelingen over
de erfeniskwestie voor lange tijd stagneerden. Eerst in 1722 werden
zij weer met ernst opgevattien jaar later, dus dertig jaar na de dood
van de koning-stadhouder, kwam de definitieve verdeling tot stand.
De overmacht, waarin Villars zich op het oorlogstoneel kon
verheugen, was niet van lange duur. Reeds 2 2 Juni gaf Voysin de
maarschalk kennis van het voornemen van de koning, een tweede
detachement naar de Rijn te zenden, waar men zich aan Franse zijde
voorstelde dat offensief zou worden opgetreden. Daarom werden
bij het detachement 8 eskadrons der gendarmerie, als 'corps de dis
tinction' ingedeeld. De totale sterkte bedroeg 10 bataljons en 26
eskadrons. Hiertoe behoorden ook alle troepen van Maximiliaan
van Beieren, nl. 4 bataljons en 12 eskadrons. Dit laatste is op
merkelijk, omdat Philips v, in deze dagen, uiteraard met goed
keuring van zijn grootvader, de souvereiniteit over de Zuidelijke
Nederlanden aan de keurvorst afstond. Het voornemen hiertoe had
reeds jaren bestaan, doch de uitvoering was om 'bijzondere redenen'
tot nog toe uitgesteld. Natuurlijk hield Frankrijk het heft in handen,
al was het slechts omdat de enige overgebleven vestingen het
waren Namen, Luxemburg, Charleroi en Nieuwpoort Frans gar
nizoen en Franse commandanten behielden. De souvereiniteit was
Van 't Hoff nrs. 961, 963, 96^, 967-970. Dood van Johan W. Friso; Lamigue III-237 vlg.
29