bevel voerde ditmaal luitenant-generaal Hompesch, sedert het vorig jaar gouverneur van Douai. In de nacht van de 3e vertrok hij uit deze vesting met 700 man en vier kanonnen voor de aanval op de post, die uit een redoute bij Arleux en het naburige versterkte kasteel van Chartraine bestond. Met het oog op de korte afstand tot de Franse rechtervleugel werd de erfprins van Hessen-Kassel met alle piketten van het leger (3300 man voetvolk en 2300 paarden) belast met de dekking van de actie, waartoe hij zich posteerde aan de overzijde van de Scarpe bij Sailly. Hompesch overrompelde in de nacht met succes twee voorposten, bracht bij het dag worden zijn kanonnen in stelling en beschoot de werken tot 11 uur, waarna hij de post deed som meren. Op het afslaan der sommatie bracht de bestorming de posten al spoedig in handen der aanvallers. Van de bezetting sneuvelden 8 man; de overigen, nl. 3 officieren en 97 man werden gevangen genomen. De aanvallers hadden 3 doden en 13 gewonden. De dam men werden aanstonds doorgestoken, zodat het water weer vrijelijk naar Douai en de Scarpe kon stromen x). Wegens het belang van de post werd besloten hem krachtig te versterken. Des Rocques, commandeur op het fort aan de Scarpe bij Douai, kreeg hiertoe opdracht van de Gedeputeerden te velde. Een moeilijkheid was evenwel de nabijheid van de Franse rechter vleugel, terwijl de post tamelijk ver van Marlboroughs kamp lag. Daarom besloot de hertog tot het vestigen van een 'vliegent cam- pement' van 16 bataljons en 12 eskadrons onder het geschut van Douai, tussen deze stad en Ferin, tot dekking der werkzaamheden. Commandant van dit detachement werd Hompesch. Het werd tevens gebruikt voor het aanmaken en vervoeren van palissaden, fascines en andere benodigdheden voor de in aanbouw zijnde post, waardoor het echter een aanmerkelijke verzwakking onderging. De Franse bevelhebbers, Coigny en de wakkere huzarenaanvoer der Ratky, merkten bij verkenningen op, dat het door cavalerie belegde deel van het kamp van Hompesch tamelijk blootgesteld lag, en zodoende vatte Villars het plan op tot een dier aanvallen, waarin Fransen in deze veldtocht reeds meermalen succes hadden gehad. Terecht noemt Pelet de moeilijkheden aan de onderneming ver bonden. Natuurlijk stond verrassing op de voorgrond. Wegens de grote af te leggen afstand kwam slechts cavalerie voor de uitvoering in aanmerking, wat niet zonder gevaar was tegen een kamp dat voor de helft uit infanterie bestond, welke snel tot tegenweer gereed is. 3 1 Verbaal Ged. te velde 6 Juli (St.Gl. 8229); Hompesch a.d. St.Gl. 9 Juli (St.Gl. £03321); Murray 403; Pelet 407; Lamigue III-233, 234; Eur. Merc. p. 96, 97. De lezing van Coxe III-408 behoeft o.i. geen weerlegging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 47