de noodzakelijkheid ervan nog eens schriftelijk met klem te betogen. Deze brief had, volgens Goslinga, het gewenste succes: de vol gende dag kwam Cadogan zeggen, dat de hertog besloten had 'ons plan' ten uitvoer te brengen. Hoewel Goslinga in zijn memoires de voorstelling geeft - waarschijnlijk te goeder trouw - dat zijn brief, waarvan hij de kopie bewaarde, de stoot tot de gehele onderneming gegeven heeft ('Cette lettre porta coup') mag men toch, de zwijgzaamheid welke Marlborough steeds over zijn plannen betrachtte in aanmerking genomen, geenszins aannemen, dat zonder Goslinga's brief de actie achterwege zou zijn gebleven. Het plan, waarvan hier sprake is, en waarvan Goslinga spreekt als 'notre projet' was al meer dan een maand oud. Het was in het kamp van Lens in beginsel in het geheim beklonken tussen Marlborough, Goslinga en Cadogan, ook weer nadat wij durven niet zeggen 'omdat' Goslinga er speciaal op had aangedrongen. Het hield de gewone manier in, om vijandelijke linies te doorbreken anders dan door een frontale aanval'par des marches et contra marches amuser quelque temps l'ennemi, et enfin par quelque grande et précipitée marche passer la Sensette a l'endroit qui seroit trouvé le plus propre'. Dezelfde methode dus waarmee men o.a. twee jaar tevoren de linies van de Haine was gepasseerd. Nader werd men het eens, dat het overgangspunt omstreeks Arleux en Bac a Bancheul zou moeten liggen. Met toestemming van Marlborough legde Goslinga het plan voor aan de raadpensionaris en aan Slingelandt, 'pour me discul- per en cas de malheur'een voorzichtigheid die men van Goslinga nu niet direct zou verwachten. De genoemde heren overlegden de zaak met Eugenius, die toen in Den Haag vertoefde, Sinzendorf en Hop, en het plan vond algemene goedkeuring. Goslinga kreeg de belofte dat, indien hij tijdig waarschuwde, voor een toestem mende resolutie der Staten-Generaal zou worden gezorgd. De in neming van de post van Arleux op 6 Juli was een der voorbereidende stappen tot de onderneming; evenzoo het versterken der garni zoenen van Douai, Rijssel en Doornik, welke bestemd waren, het eerste echelon te vormen bij het postvatten aan de Censée. Met het zelfde doel werden te Douai vast enige pontons gereedgelegd. Intussen diende voor de uitvoering van het plan een gunstige gelegenheid te worden afgewacht, en deze kwam eerst door het detachement van Estaing1). Van het allergrootste belang was geheimhouding van de werke- x) Over Goslinga's aandeel aan het passeren der linies: Mém. p. 120-12^. Interessant is de verge lijking met Coxe IÏÏ-407. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 54