Oostelijk van Montenescourt, de linker bij Berlencourt. Het Maison
du Roy, dat in de omgeving van Arras kampeerde, kreeg order
zich bij de rechtervleugel aan te sluitenhetzelfde geschiedde met
het korps van Coigny, dat tussen Bouchain en Öisy stond. De
dragonders hiervan kwamen in de morgen, de infanterie kwam
in de avond van de volgende dag bij de hoofdmacht1).
De 2e bleef het geallieerde leger in zijn nieuwe positie om nog
enige detachementen in te wachten. De generaals verkenden de
vijandelijke stelling met een escorte van iooo ruiters. Na thuis
komst werden de orders gegeven voor de mars van de volgende
dag. Cavalerie hield demonstraties tegen Villars linkervleugel.
Deze posteerde twee infanteriebrigades te Duisan, Westelijk van
Arras aan de Ugy.
De 3e maken de bondgenoten een nieuwe beweging, die hen nog
iets nader aan de Franse linies brengtde rechtervleugel verplaatst
zich Zuidwestelijk tot Ligny St. Flochel; de linker komt iets
Oostelijker te staan, nl. bij Villers-Chatel-Clambigneul. Marl
borough neemt zijn kwartier te Villers-Brulin, Tilly te Betonsart.
Om de Fransen nog meer in de waan te brengen van een aanstaande
aanval, krijgen de beredenen last, elk een fascine te vervaardigen.
Villars trekt zijn post op de Mont St. Eloy in en zendt zijn grote
bagage naar Arras. In de avond van deze dag verlaat de artillerie
met de pontontrein het geallieerde kamp om de weg in te slaan
naar Vitry. Bevelhebber van deze colonne was de brigadier
Sutton.
Tot verwondering van de Fransen gaat de 4e zonder enige actie
voorbij. Alleen heeft 's morgens een grote verkenning plaats,
waaraan behalve Marlborough en Tilly alle generaals deelnemen,
onder een escorte van 2000 ruiters en, ter opname en ondersteu
ning, 60 grenadiers per bataljon, 's Avonds 6 uur krijgen de troepen
order zich tot de afmars gereed te maken. Op de gewone wijze
wordt de taptoe geslagenonmiddellijk daarna worden echter de
tenten gestreken, en om 10 uur zet het leger zich op vier colonnes
zonder tromslag in beweging. Aan het hoofd van elke colonne
gaan 60 dragonders tot het maken van ouvertures.
Tot het laatste ogenblik was het marsdoel geheim gebleven, zelfs
voor de generaals, voor zover zij niet tot de ingewijden behoorden.
Wel zullen er velen een vermoeden hebben gehad, dat iets dergelijks
zou gebeuren. Albemarle b.v. geloofde van het begin af aan niet aan
het attakeren der linies: 'je ne le croirés que lorsque je le verés'
Pelet X-41^, 416.
40