ook de infanterie over de Schelde. Villars was inderdaad opge marcheerd tegen de rechtervleugel, nabij Ivuy, en hield hier stand tot ongeveer 2 uur des namiddags. Daar zich voor dit deel der stel ling een diep ravijn bevond, de verdedigers versterking ontvingen en zijn beweging vermoedelijk slechts als demonstratie was bedoeld, nam hij de terugtocht aan over de Schelde. Deze terugtocht was 'une des plus belles manoeuvres qu'on êut vues depuis longtemps'. Hoe de uitslag zou zijn geweest indien de aanval op het onversterkte kamp was doorgezet en Albergotti met zijn 6^ bataljons tot de tegenaanval zou zijn overgegaan is moeilijk uit te maken. Voor Marlborough was het gebeurde in elk geval aanleiding om het kamp met lunetten te versterken, waarmee aanstonds een begin werd gemaakt. Deze werden vervolgens tot een linie aaneengesloten en van geschut voorzien x). Villars zijnerzijds ging door met het versterken van het kamp van Wavrechin. De i ie waren de werken gereed en door een gracht van 10 voeten breedte en 9 voet diepte omgeven. Er werden 26 stukken in batterij gebracht zowel ter verdediging als om het terrein tussen het kamp en de stad te bestrijken en er het opwerpen van insluitingswerken te beletten. Ook zond de maarschalk nog 4 batal jons in Bouchain, zodat de bezetting sedert dien bestond uit 8 of 9 bataljons, 600 Zwitsers, een compagnie artilleristen en 2 regimenten onbereden dragonders. Wegens ziekte van de vestingcommandant De Selve, die wij als verdediger van St. Venant hebben ontmoet, zond Villars er Ravignan heen om het bevel te voeren. In het Franse journaal van het beleg is intussen van ziekte van De Selve geen sprakeintegendeel heeft hij een krachtig aandeel aan de ver dediging genomen. Opmerking verdient ook dat Voysin met de benoeming van Ravignan blijkbaar niet was ingenomen 2). In de nacht van 11 op 12 Augustus werden de eerste stappen ge daan tot het vormen van een insluitingslinie ten Noorden van de Schelde. Zij bestonden in het opwerpen van een retranchement bij Mastaing, waarbinnen de 30 bataljons en 1 2 eskadrons van het be legeringskorps kampeerden. Dezelfde dag werden, een weinig Oostelijker, nog twee andere kampen betrokken een door 40 eska drons onder Dopf, en een door nog 20 bataljons onder de luitenant- generaal Withers, zodat thans £0 bataljons en 2 eskadrons zich ten Noorden der Schelde bevonden, zowel tot dekking der werkzaam heden als tot beveiliging der convooien. De kampen werden aan de SI 1) Marlborough aan St. John 10 Augustus (Murray V-437); Verbaal Ged. te velde 10 Augustus (St.Gl. 8228); Goslinga, Mém. 149-iji; Pelet X-423. 2) Pelet X-424, 643 Quincy VI-JI9; 'Relation de la campagne des alliez en Flandre 1711' p. jo.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 71