tegen het rechter halve bastion (van buiten af gerekend) gericht zou zijn. Aan de linker attaque der bovenstad begonnen de belege raars met sapperen naar de punten der twee fïêches, waarin zij echter, volgens het journaal van Favart, door twee geslaagde uit vallen en het vuur uit de vesting werden gestuit. Veel hinder onder vonden de geallieerden van het heldere maanlicht, dat het vuur uit de stad begunstigde. In deze dagen sneuvelde de kapitein Francois de Renaud van de Hollandse garde, die volgens Quincy (merk waardigerwijs de enige die dit feit vermeldt) zeer werd betreurd x). 's Nachts tussen de 26e en 27e begonnen de belegeraars met het bouwen van batterijen tegen de benedenstad; in de eerstvolgende dagen ook tegen de bovenstad, terwijl met het sapperen naar de ilêches werd voortgegaan. De Fransen waren in deze tijd reeds zo danig afgemat en verzwakt door zware wachtdienst, veelvuldige werkzaamheden en door ziekte, dat grote spaarzaamheid in het in zetten van troepen geboden was. Zij beperkten zich daarom voortaan tot kleine uitvallen met troepjes van ija 20 man, welke tot doel hadden de schanskorven der sappes omver te halen en buit te maken. Zo gelukte het hun in de nacht van 27 op 28 Augustus de belegeraars uit de sappe bij de flêche (12) voor de contregarde aan de linker attaque te verjagen, waarbij zij 80 gabions mee terug brachten in de bedekte weg. De belegeraars begonnen intussen bij deze attaque aan een tweetal onderaardse sappes om de Franse mijnen te ontdekken 2). In de nacht van de 29e maakte men aan de rechter attaque een linie van gabions van omstreeks 70 pas lengte. Het gelukte echter niet de gabions te vullen, wegens het maanlicht, dat oorzaak was dat de arbeiders, zodra zij zich buiten de loopgraaf begaven, gedood of gewond werden. Ook de directeur De Bruyn werd bij deze attaque aan het hoofd gewond. Zodoende bleef de tegenstand nog steeds krachtig, hetgeen ook bleek uit de vele kleine uitvallen, welke niet steeds zonder succes bleven, ook omdat zij de belegeraars verplichtten hun sappes en loopgraven dicht te bezetten, wat dan een dankbaar doelwit voor het vuur uit de bedekte weg opleverde 3). Intussen waren de batterijen gereed gekomen en bewapend, en de 30e Augustus 's morgens om half acht begon het artillerievuur, bij 59 9 Verbaal Ged. te velde 2 $726 Augustus; Quincy VI-£2i Favart 2^/26 Augustus. Volgens Eur. Mere. 186 werden deze nacht twee flêches veroverd, waarna er nog één overbleef. Deze mede deling is alleen verklaarbaar indien men onder flêches kleine vooruitgeschoven werkjes verstaat, doch niet die welke aan de voet van het glacis zijn aangelegd. Favart 27/28 Augustus; Eur. Mere. 186/187; Verbaal Ged. te velde 27/28 Augustus. In de rechter attaque zouden de belegeraars volgens Feldzüge 187 in de nacht van 29 op 30 Augustus 2£o man aan doden en gewonden hebben verloren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 81