gen, waarna de aanvallers zich er weldra in konden nestelen. Intussen wierpen deze nog nieuwe batterijen op, en werden de tweede parallellen van de rechter- en van de linker attaque aaneengehecht. Aan de benedenstad kon men die nacht nog weinig verrichten, doordat de met het werk belaste ingenieurs doodgeschoten of ge wond werden x). Nu de flêches gevallen waren kon de actie tegen de bedekte weg met kracht ter hand worden genomen. De ge September was men aan beide attaques reeds tot dicht bij de palissaden genaderd. Aan de benedenstad nestelden de belegeraars zich op de beide halve bas tions van het hoornwerk en op het ravelijn (17). De brug achter het ravelijn werd hersteld om geschut op de courtine te kunnen brengen, waar reeds aan een batterij werd gewerkt. Voor het naderen van de uit twee bastions en tussenliggende courtine bestaande tweede ver dedigingslinie kon echter alleen van de flanken van het hoornwerk gebruik worden gemaakt, omdat de verdediger de gehele binnen ruimte onder water had laten lopen. Over deze flanken werden dan ook, voor zover de breedte toeliet, zigzagsgewijze naderingsloop graven aangelegd, die recht op de bastionsfacen toeliepen. Een nieuwe batterij (L) van 7 stukken werd aangelegd om de face van een dier bastions te kunnen flankeren. De 6e bereikten de aanvallers aan de rechter attaque de kruin van de linker saillant van de bedekte weg achter de flêche (13), waar een banket werd ingericht. Meer naar rechts naderde men met zigzag- loopgraven de inspringende wapenplaats en de saillant vóór het ravelijn (8). Van weerskanten liet men mijnen springen. Door een Franse mijn werden de kapitein der mineurs, een ingenieur en vijf man half begraven, doch zij werden 'nog levendig daaruit geholpen'. Aan de linker attaque vorderden de mineurs naar de punt van het ravelijn (6). 's Avonds 9 uur van de 6e September werd aan de rechter attaque de bedekte weg voor het ravelijn (8) bestormd door 1 $~o grenadiers, 15"o fusiliers en 400 arbeiders. Na 'kleine tegenweer' logeerden de aanvallers zich op de kruin van het glacis van de wapenplaats en van de saillant voor het ravelijn, ten koste van 28 doden en 91 ge wonden. Bij de linker attaque had een bestorming op kleinere schaal plaats, nl. door 60 grenadiers, 100 fusiliers en 300 arbeiders. Hier werden de bestormers na aanvankelijk succes door een tegenaanval terug gedreven. Daarna echter logeerden zij zich tot op twee plaatsen Eur. Mere. 188-190; Favart 1/2 en 2/3 September; Quincy 524. 6l

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 83