met grote waarschijnlijkheid tot een slag leiden met de Censée en de Molinet in de rug, een handeling waartoe Villars zonder uitdruk kelijk bevel van de koning niet licht zou overgaan. Het kamp van Paillencourt, in verbinding met dat van Wavre- chin, had het grote voordeel, dat het de tegenpartij verplichtte, een groot deel van het leger op de linker Scheldeoever te houden, dat het Arras en de Westelijke streken dekte, en vooral dat het ook na de te verwachten val van Bouchain een uitnemende flankstelling vormde bij een eventueel oprukken naar Quesnoy, de stad die het eerst voor een volgend beleg in aanmerking kwam. Villars was voornemens, ook na de inneming van Bouchain, in zijn stelling te blijvenook Marlborough zou dan ter plaatse moeten blijven tot de werken volledig hersteld warenook daarna zou een beleg van Quesnoy praktisch onmogelijk zijn en Bouchain zou de enige winst blijven, die uit het passeren der linies en uit de ganse veldtocht voor de geallieerden voortvloeide1). Overigens bepaalden de Fransen zich er toe Valenciennes en Quesnoy van sterke bezettingen te voorzien. Ook het verder afgelegen Maubeuge ontving enige versterking, en tot het tegen gaan der ruitertochten en loerageringen kampeerde Coigny met een detachement dragonders bij Landrecies. De commandanten der vier genoemde vestingen kregen opdracht alle graan en foerage in wijde omtrek binnen hun steden te brengen, een maatregel waar van het tweeledig doel geen uiteenzetting behoeft2). Vooral het verlies van de communicatie door het moeras was voor Villars, evenals voor de koning en Voysin, een bittere pil geweest. De koning gaf zelfs in de eerste emotie bevel de passage onverwijld te hernemen of anders een grote aanval te doen, maar Villars betoogde terecht de onmogelijkheid zowel van het een als van het ander. Al moest hij ook jegens Voysin erkennen: 'Vous avez raison d'etre surpris que les ennemis trouvent tout facille, et que le contraire soit pour nous; j'en suis plus outré que vous ne pouvez l'imaginer; je n'etais pas accoutumé a ces malheurs-la'. Hij onderzocht nog de mogelijkheid om met behulp van de sluizen de bruggen bij Neuville te vernielen, maar hiertoe was, volgens de ingenieurs, het verval op de Schelde te gering3). Gelukkig liet de koning hem verder de vrije hand. Villars liet de onkundige buitenwereld smalen op zijn veilige stelling achter de rivieren en ongetwijfeld heeft de uitkomst hem in het gelijk gesteld. 68 De memorie bij Pelet X-647 vlg. 2) Pelet X-430. 3) Pelet X-428; Villars aan Voysin 21 Augustus aid. p. 645.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 90