zijds namen de wagens in beslag, welke zij op weg naar de steden aantroffen, zonder zich om de contributieverdragen te bekomme ren, zodat het platteland, als zo vaak, van twee kanten werd ge teisterd x). Aan Franse zijde liet Dumoulin het niet aan medewerking ontbreken. Op het einde van September verliet hij Namen met een £00 dragonders, trok dwars door Zuid- en Noord-Brabant naar het Land van Heusden, en stak zelfs de Oude Maas over. Na de streek onder contributie te hebben gebracht, enige kastelen te hebben geplunderd en veel buit te hebben gemaakt, keerde hij terug met 21 gijzelaars en een zestigtal paarden2). Daarentegen deden 200 man voetvolk en 140 ruiters der ge allieerden uit Bergen 7 October een geslaagde aanslag op een convooi, dat over de Sambre naar Maubeuge onderweg was, waarbij van de 12 schepen er 9 of 1 o in de grond werden geboord, met overtreding, gelijk van Franse zijde werd betoogd, van het gesloten akkoord waarbij de scheepvaart op de Sambre vrij, en niet vogelvrij was verklaard3). Nog enige tijd bleven de legers tegenover elkaar liggen. Het ging er nu slechts om wie van beide het eerst zou opbreken. Aan weerskanten werd de foerage een precaire zaak, wat bij de door Villars gevolgde tactiek niet te verwonderen was. De maarschalk zond dan ook 1 October wederom een groot deel zijner cavalerie naar kantonnementen, welke deels kort achter het leger, deels op grotere afstand achterwaarts waren gelegen, zodat in het kamp van Paillencourt tenslotte nog slechts een vierde van de ruiterij (de rechtervleugel der eerste linie) overbleef. De geallieerden waren genoodzaakt tot omvangrijke requisities in de kastelenij van Rijssel, Vlaanderen en Henegouwen; een en ander te leveren te Mar- chiennes 4). Een eerste stap tot het betrekken der winterkwartieren nam Marlborough 20 October, toen het leger over de Schelde ging en zich legerde tussen Somain en Denain, met het hoofdkwartier te Marchiennes. De onmisbare Vleertman had een brede weg door de moerassen bij Marchiennes weten te 'practizeeren', welke van groot nut bleek. Drie bataljons bleven in Bouchain, waar de vesting werken intussen waren hersteld en nog met nieuwe uitgebreid, o.a. een fort op de zo belangrijke communicatie door het moeras. 75 Pelet X-442 Eur. Merc. log. 2) Pelet 439; Murray gij. 3) Eur. Mere. 239; Pelet 441. 4) Pelet 440 Murray g 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 97