638
De Luchtdoelartillerie
bevolking vluchtte naar 's-Gravenzande en omgeving en de Britse troepen braken
met grote haast hun bivak op, scheepten zich in en vertrokken naar Engeland,
onder achterlating van hun automaterieel en veel uitrustingsstukken.
De straten van het dorp waren onbegaanbaar geworden door stuk geschoten
auto's, hopen glasscherven, puin en resten van straatbarricades. Bij alle onder
delen waren de telefonische verbindingen uitgevallen, terwijl de voedselvoor
ziening stagneerde. De brand in het dorp scheen niet te blussen, terwijl de gas
houder ernstig door het vuur werd bedreigd.
Omstreeks 17.30 werd majoor De Leeuw ontboden bij de C.-Positie Hoek van
Holland, van wie hij vernam dat de wapens moesten worden neergelegd. Hij
begaf zich daarop naar zijn onderdelen, sprak de batterij bezettingen toe en gaf de
nodige orders voor het onbruikbaar maken van het materieel. De ontwapende
onderdelen moesten ter plaatse blijven en nadere orders afwachten.
De aanblik van de brand en de aangerichte vernielingen, alsmede de vele ge
ruchten, die de ronde deden, bracht velen in een paniekstemming. Terwijl de
C.-i63e Bt.Lu.A. bezig was de aanwezige munitievoorraad in het water te wer
pen en zijn officier toegevoegd, ingevolge zijn opdracht, bezig was de drie stukken
onbruikbaar te maken, renden een paar honderd man van de marine en de in
fanterie door de batterij opstelling, onder de uitroep dat - wanneer men nog
langer bleef - men mèt het fort de lucht in zou gaan. Bij deze wilde horde sloot
een groot deel van het personeel van de batterij zich aan.
Nadat de stukken onbruikbaar waren gemaakt, voegde de Bt.G. zich met een
zeer klein groepje overgebleven personeel bij de 23e Bt.Lu.A. In verband met de
onveiligheid ter plaatse, besloot deze laatste af te marcheren naar 's-Gravenhage.
Naar aanleiding van een gerucht, dat het bericht betreffende het neerleggen van
de wapens onjuist zou zijn, begaf majoor De Leeuw zich naar 's-Gravenhage.
Terwille van het moreel van zijn personeel had hij ongetwijfeld beter ter plaatse
kunnen blijven.
7 Nabeschouwing
Een nabeschouwing over de gebeurtenissen in de Lvd.Kr. moet ongetwijfeld aan
vangen met in herinnering te brengen, wat zich had afgespeeld rond de com
mandopost van de Kr.G. te Rotterdam.
Zoals bekend, waren de commandoposten van de Commandant van de Groep
Rotterdam van de V.L.K.Lwd. en van de C.-6e Dep.Comp.Bew.Tr. gevestigd in
de onmiddellijke nabijheid van deze post.
De Groeps-C., die op 12 mei terecht uit zijn functie werd ontheven, had getoond
een persoonlijkheid te zijn zonder enige ruggegraat, die te zeer bedacht was op