648 De Luchtdoelartillerie Het geheel samenvattend, blijkt dus dat de Lvd.Kr. uit vijf Lvd.Grn. bestond met in totaal vijf middelbare batterijen van 7.5 cm, zeven batterijen van 6 cm en 31 pelotons luchtdoelmitrs. M.25. Daarnevens beschikte zij over twee afdelingen zoeklichten tl. met in totaal zes secties, die met het oog op eventuele gevechts acties bij duisternis waren ingedeeld bij evenzovele middelbare batterijen. Hierdoor werd - althans in tactische zin - het afdelingsverband echter verbroken. Ten slotte stonden de twee pelotons 2 tl. van de Afd. Utrecht van het V.L.K.Lad. tactisch onder de bevelen van de Kr.G. Reeds een enkele blik op de kaart no. 22 toont, dat de Kr.G. over veel te weinig luchtdoelbestrijdingsmiddelen beschikte om de vele vitale objecten in zijn kring op afdoende manier te kunnen beschermen. Dit is duidelijk, indien vooral gelet wordt op de vele belangrijke bruggen in het zuidelijk deel van het te beschermen gebied. En dit betreft dan niet alleen de bestaande permanente bruggen, doch tevens de verschillende tijdelijke oeververbindingen, zoals ponton- en andere mili taire bruggen. Het Ille Legerkorps en de Lichte Divisie, die in Noord-Brabant waren gelegerd, moesten op de eerste oorlogsdag gebruik maken van deze bruggen; de eerste grote eenheid om de Waal-Linge stelling te bezetten, de tweede in eerste instantie om terug te gaan achter de Bergsche Maas en het Hollandsch Diep en om in tweede instantie terug te vallen op het rayon Amsterdam - Haarlem - 's-Graven- hage Amsterdam. In dat rayon zou de Lichte Divisie reserve worden van de O. L.Z. Voor de verplaatsing van deze twee grote eenheden waren bruggen dus van buitengewone betekenis. De zo belangrijke knooppunten van wegen en spoorwegen Utrecht en Amersfoort konden tegen mogelijke luchtaanvallen slechts zwak worden verdedigd, terwijl de brug bij Vianen en het vliegpark Hilversum geheel van luchtdoelbestrijdings middelen waren verstoken. Bovendien was de waarde van de zeven met verouder de kanonnen van 6 tl. uitgeruste batterijen gering en was het vuurleidingstoestel van elk van deze batterijen uiterst primitief. De relatief geringe waarde van de mitrs.M.25 is wel gebleken uit hetgeen op de voorafgaande bladzijden is verhaald. Ook van deze Lvd.Kr. kan dus worden gezegd, dat de verhouding tussen het aan tal te verdedigen belangrijke objecten en het aantal beschikbare batterijen (pe lotons) ten nadele van de laatste uitviel. De organisatie van de Lvd.Kr. in vijf Lvd.Grn., de vele verplaatsingen en her groeperingen gedurende de vijf gevechtsdagen, alsmede de zeer summiere ge gevens, die van verschillende onderdelen zijn bewaard gebleven, hebben de samensteller van dit boekwerk gedwongen om achtereenvolgens de gevechtsacties van de min of meer zelfstandig optredende Lvd.Grn. afzonderlijk te beschrijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 114