555
De Luchtdoelartillerie
Hij bevordert, dat de daartoe te treffen maatregelen aansluiten bij de
reeds door de zorg van de burgemeesters ten behoeve van de uitvoering
gegeven verordeningen en getroffen voorbereidingen.
4 Het geval dienende, stelt hij aan de plv. Commandant van de Ves
ting Holland voor de ten behoeve van de luchtbescherming nodige
verordeningen uit te vaardigen.
Artikel 6
1 Hij stelt de autoriteit, die in het gebied, waarin de luchtverdedi
gingskring is gelegen, het militair gezag uitoefent, alsmede de hoogste
militaire autoriteit ter plaatse, op de hoogte van de door hem getroffen
maatregelen met betrekking tot de luchtverdediging.
2 Hij treedt, waar dit nodig is, met hem in overleg, omtrent de verdere
maatregelen, welke hij ten aanzien van de luchtverdediging- en be
scherming gewenst acht.
Artikel 7
Hij draagt zorg voor een nauwe samenwerking met het hoofdlucht-
wachtbureau, hetwelk in zijn kring is gevestigd.
Artikel 8
Hij is, na de verzending van telegram Qc.q. B, bevoegd tot het over
plaatsen en detacheren van onder zijn bevelen staand personeel binnen
zijn dienstkring.
Artikel 9
1 Voor wat betreft het tot zijn dienstkring behorend personeel richt hij
na de verzending van telegram B, aan de Minister van Defensie, door
tussenkomst van de C.-Lvd.:
a Voordrachten tot het benoemen van officieren in tot zijn dienst
kring behorende betrekkingen, welke bij Koninklijk Besluit of bij be
schikking van de Minister van Defensie moeten worden vervuld, voor
zover nodig na overleg met de daarbij betrokken autoriteiten of com
mandanten.
b Voorstellen nopens onder zijn bevelen staande officieren, verband
houdende met de 'Bevorderingswet voor de landmacht 1902' en de
'Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905', zomede voor
drachten tot pensioen, betreffende rechtstreeks onder zijn bevelen
staand personeel.
2 Zolang telegram B niet is verzonden worden de voordrachten en