De Luchtdoelartillerie orders vroeg voor een terugtocht. De C.-Lvd.Gr. weigerde hem deze te verstrek ken. Het geschutvuur bij Amersfoort en de evacuatie van de inwoners van deze stad werkten het verspreiden van geruchten in de hand, waardoor het moreel van het personeel der onderdelen nadelig werd beïnvloed. Reeds vroeg in de morgen van 12 mei kwamen bij kapitein Dr. Van den Andel berichten binnen, dat de me Bt.Lu.A. werd beschoten vanuit de huizen. Een onder bevel van een officier uitgezonden patrouille kon echter niets verdachts vinden. Het treffen van verdere maatregelen liet men over aan de militaire poli tie en aan de gemeentepolitie. Ook nadat het vuurleidingstoestel van de 12e Bt.Lu.A. op 10 mei was gerepareerd, bleef dit toestel fouten vertonen, waardoor het door deze batterij afgegeven vuur steeds te kort viel. Het personeel van de verschillende onderdelen raakte door de langdurige dien sten vermoeid. De C.-Lvd.Gr. kreeg daarom van de Kr.G. de bevoegdheid de be zetting der opstellingen naar behoefte in te krimpen, teneinde op deze wijze de manschappen meer rust te kunnen geven. 's Middags bezocht de C.-Lvd.Gr. zijn vier pelotons te Soesterberg, die onder het algemeen toezicht stonden van reserve eerste-luitenant M.C.J. Visscher en voorts de 12e Bt.Lu.A. Mede door de verplaatsing van deze batterij in de nacht van 10 op 11 mei had het personeel tot op dat ogenblik weinig rust genoten. 's Avonds om 21.00 bij de Kr.C. ontboden, vernam kapitein Dr. Van den Andel, dat de R.A.F. in de vroege morgen van 13 mei Wageningen zou bombarderen. Tussen 3.00 en 4.00 mocht derhalve niet worden geschoten en niet worden ge schenen met zoeklichten. Na 4.00 diende terdege te worden gelet op de nationali teitskentekenen van overvliegende vliegtuigen. De Engelse vliegtuigen zouden één zwart en één wit geschilderde vleugel hebben. De Kr.C. droeg de C.-Lvd.Gr. op om zelf een en ander vertrouwelijk mede te delen1 aan de commandanten van de 12e Bt.Lu.A. en de 2-IXe Zl.A.tl. Op 13 mei bezocht de C.-Lvd.Gr. tussen 24.00 en 1.00 de commandanten van deze onderdelen om de geheime aanwijzingen over te brengen. Vervolgens begaf hij zich naar het 41e Pel.Lu.Mitr., waarvan het personeel de vorige dag tekenen van nervositeit had vertoond. In de middag bezocht de C.-Lvd.Gr. zijn onderdelen opnieuw en toen hij de com mandopost van de C.-2-IXe Zl.A.tl. bereikte, vernam hij dat de sectie moest te- 1 Het bombardement door Engelse vliegtuigen heeft niet plaats gehad. De opgegeven beschildering doet wat vreemd aan. 656

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 122