De Luchtdoelartillerie was zodanig ingesloten door bos en geboomte, dat van enig uitzicht geen sprake was. Bovendien kwam in de loop van de morgen de batterij te liggen onder regel matig afgegeven vijandelijk artillerievuur, waardoor het personeel min of meer permanent moest gaan schuilen in nabijgelegen infanteriedekkingen. Het enige succes van practische betekenis was dat de stelling bij de Oude Water toren, die op aanwijzing van de Kr.C. door de Bt.C. was ingericht als schijnop- stelling, kort daarop voortdurend artillerievuur tot zich trok. Slechts eenmaal op deze dag opende de batterij het vuur. Om 13.50 had de 113e Bt.Lu.A. een bomaanval te doorstaan. Hoewel vier bom men in de batterij opstelling vielen, werd niemand gedood of gewond en werd practisch geen materiële schade aangericht. Wel werden de telefoonverbinding en de wachtbarak vernield, terwijl het batterij personeel zeer door deze aanval werd gedeprimeerd, omdat het zich met het verouderde geschut onvoldoende kon teweer stellen. Met de terugtocht van het III L.K. over de Maas en de Waal naar het noorden moesten ook de batterijen en pelotons zich noordwaarts verplaatsen. Waren de 9e Bt.Lu.A. en het 89e en het 90e Pel.Lu.Mitr. reeds op 10 mei van Hedel terugge nomen op Vianen en onder de bevelen gesteld van kapitein Sperna Weiland, op 11 mei ontving deze om 17.50 van de Kr.C. het bericht dat ook de bij Waarden burg opgestelde 20e Bt.Lu.A. en het daarbij behorende 91e en het 93e Pel.Lu. Mitr., onder bevel van reserve eerste-luitenant C. Roeleveld, onder zijn bevelen kwamen. Met de 117e Bt.Lu.A. zou de 20e Bt.Lu.A. en de aan haar toegevoegde pelotons tot taak hebben Culemborg en de bruggen bij deze stad te beschermen (bij Culemborg was een pontonbrug geslagen voor het gewone verkeer) Tegenover deze versterking van de Lvd.Gr. stond, dat de C.-Lvd.Gr. de 113e Bt. Lu.A. met het 81e Pel.Lu.Mitr. (te Drumpt en Tiel), alsmede het 77e en het 78e Pel.Lu.Mitr. te Eek en Wiel, onder bevel van reserve eerste-luitenant R. Iwema, moest afstaan aan de C.-Lvd.Gr. Zaltbommel. In de avond van 11 mei bestond de Lvd.Gr. derhalve uit: de ge Bt.Lu.A., het 8ge en hetgoe Pel.Lu.Mitr. te Vianen; de 10e Bt.Lu.A. bij Rhenen; de 20e Bt.Lu.A., het gie en het gge Pel.Lu.Mitr., de nye Bt.Lu.A., het g6e en het gye Pel.Lu.Mitr. te Culemborg. Zijn vier batterijen en zes pelotons stonden dus onmiddellijk ten noorden of ten zuiden van de rivier de Neder-Rijn/Lek, terwijl de i-IIe Zl.A.tl. (van Waarden burg) bij Culemborg werd opgesteld en de 4-IIe Zl.A.tl., dat de vorige dag van Hedel was gekomen, bij Vianen zijn opstelling kreeg. 662

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 130