De Luchtdoelartillerie De Kr.C. voegde de 113e Bt.Lu.A. en het 81e Pel.Lu.Mitr., respectievelijk opge steld te Drumpt en te Tiel, alsmede het 77e en het 78e Pel.Lu.Mitr. te Eek en Wiel, toe aan de Lvd.Gr. Zaltbommel. In de avond van 11 mei bestond de Lvd.Gr. Zaltbommel dus uit: de 113e Bt.Lu.A. en het 81e Pel.Lu.Mitr. te Tiel e.o. de 116e Bt.Lu.A. en het94e en het93e Pel.Lu.Mitr. te Geldermalsen het 77e en het 78e Pel.Lu.Mitr. bij de pontonbrug te Eek en Wiel en het 79e en het 80e Pel.Lu.Mitr. te Zennewijnen. De commandant van de laatstgenoemde twee pelotons ontving laat in de namiddag van de C.-III L.K. opdracht zijn pelotons van Zennewijnen te verplaatsen naar de bruggen bij Culemborg, waar de pelotons de volgende morgen om 4.00 in stelling stonden. Van deze verplaatsing bleef de G.-Lvd.Gr. Zaltbommel aanvankelijk on kundig, zodat de G.-Lvd.Gr. Lek regelend optrad ten opzichte van deze pelotons. De groepering van de nu ter beschikking staande middelen deed de C.-Lvd.Gr. besluiten zijn commandopost niet te Schalkwijk te vestigen, doch te Beusichem. De 12e mei verliep voor de batterijen en pelotons betrekkelijk rustig. Aangezien het 95e Pel.Lu.Mitr., in tegenstelling tot het 94e peloton, in stelling stond aan de zuidzijde van de brug over de Linge bij Geldermalsen, liet de C.-Lvd.Gr. het pe loton in de loop van de dag een nieuwe stelling innemen aan de noorzijde van de brug. Op 13 mei kreeg de 113e Bt.Lu.A. tussen 8.10 en 8.30 vijf bomaanvallen te door staan. In totaal wierp de vijand plm. 40 lichte en middelbare bommen, waarvan vijf de batterij troffen. Het gevolg van dit bombardement was één gewonde, een ernstig beschadigd vuurleidingstoestel, alsmede beschadigingen aan de telefoon centrale en de verbindingen. Desondanks bleef de batterij zij het in mindere mate - toch gevechtsvaardig. Daar de C.-Lvd.Gr. een langer verblijf in de stelling niet verantwoord achtte, be reidde hij het innemen van een reserve opstelling voor. Om 10.45 ga.f Dij dan ook opdracht de batterij, alsmede het 81e Pel.Lu.Mitr., marsvaardig te maken. De al eerder verkende reserve-stelling, evenals andere geschikte terreinen, bleken echter reeds door infanterie bezet te zijn. Tenslotte vond de Bt.G. een goed stellingterrein bij Kerk-Avezaath. Tot deze stellingverandering is het echter niet meer gekomen. In de namiddag had kapitein Van Essen van de Kr.C. orders ontvangen om zich voor verplaatsingen van zijn onderdelen in verbinding te stellen met de C.-III L.K. Op het stafkwartier van dit Legerkorps hoorde de C.-Lvd.Gr. over het terug trekken van het Veldleger op het Oostfront van de Vesting Holland en ontving 668

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 136