676 De Luchtdoelartillerie wachtdienst en met de Kr.C., kon hij geen verbinding meer krijgen met de mili taire telefooncentrales, aangezien deze - zoals bekend - op dat tijdstip waren ver laten, hoewel zij kort daarop weer werden bezet door enig personeel van de Lvd. Gr. Soesterberg. Een en ander was voor de Afd.G. een onaangename gewaarwor ding. Hij kwam toen met de C.-Lvd.Gr. Soesterberg overeen om met deze samen te werken. Enige uren later gelukte het hem verbinding te krijgen met zijn korps commandant te 's-Gravenhage, die hem opdroeg naar eigen inzicht te handelen en indien nodig terug te trekken op Amsterdam. In verband met de samenwerking met de C.-Lvd.Gr. Soesterberg verplaatste de Afd.G. zijn commandopost naar die van genoemde Groeps-C., die in de school aan de Hoornekade was gevestigd. Door burgerarbeidskrachten liet hij voor het eerste peloton eenzelfde bescherming maken als bij het tweede peloton. In verband echter met het dreigement van de vijand om de stad Utrecht te bombarderen, besloot de Afd.C. zijn eerste peloton op te stellen bij het tweede peloton, welke verplaatsing om 19.00 zou plaats vin den. Tijdens deze stellingverandering ontving kapitein Rinkel van de C.-Lvd.Gr. Soesterberg het bericht van het neerleggen van de wapens. Hij verzamelde daar op al zijn personeel en materieel en marcheerde af naar de oorspronkelijke opstel lingsplaats op het vaaltterrein. De 81 granaten, die in totaal door de afdeling waren verschoten, waren het duide lijke bewijs, dat zij maar in zeer geringe mate aan de gevechtacties had deelge nomen. Er was dan ook geen enkel vliegtuig door haar neergeschoten. De aanwijzing, die de Afd.C. van zijn administratieve korpscommandant ont ving, om indien nodig op Amsterdam terug te trekken, was volkomen onbevoegd gegeven, omdat de Afd. tactisch onder de Kr.C. was gesteld. Een aanwijzing van gelijke strekking gaf deze korpscommandant - zoals reeds is medegedeeld aan de Afd.C.-Rotterdam, die daarop zonder voorkennis van zijn Kr.C. terugtrok op 's-Gravenhage. 8 De He en de IXe £oeklichtafdeling tegen luchtdoelen De beide zoeklichtafdelingen hebben practisch geen rol gespeeld bij de luchtver dediging. Dit kwam in de eerste plaats, doordat elke afdeling slechts een klein aan tal secties zoeklichten telde, wat bij de verschillende oefeningen vóór 10 mei reeds als een nadelige factor werd onderkend. Bovendien opereerden de vijandelijke vliegtuigen in hoofdzaak bij daglicht. Nachtelijke aanvallen (bombardementen) binnen het gebied van de Lvd.Kr. vonden niet plaats. Bij duisternis is er door de batterijen en pelotons dan ook geen schot gelost.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 146