686 De Luchtdoelartillerie de ge Comp.Lu.Mitr.: de Staf: te Culemborg het ie peloton: in de oostrand van Culemborg; het 2epeloton: eveneens in de oostrand van Culemborg; het ge peloton: bij de 159e Bt.Lu.A. het 4epeloton: in de zuidrand van Geldermalsen en de igge Bt.Lu.A.: ten noorden van Culemborg. De compagnieën hadden ook op 11 mei flink van zich afgebeten, al was dit als gevolg van de vijandelijke jager-aanvallen gegaan ten koste van drie gesneuvel den. Vermoedelijk schoten de compagnieën op deze dag veertien vliegtuigen neer. Op 12 mei bleven de onderdelen van de 5e Comp.Lu.Mitr. aanvankelijk ter plaatsealleen de staf van de compagnie verplaatste zich iets naar het westen, nl. naar Kerk-Avezaath. Om 15.00 ontving de C.C. van de C.-III L.K. het bevel om de 155e Bt.Lu.A. en het 4~5e Comp.Lu.Mitr., die sedert de avond van 10 mei aan de noordelijke rand van Tiel in stelling stonden, te verplaatsen naar de zuidelijke bocht in de spoorlijn ten noorden van Ophemert. Toen de C.C. uit een stelling verkenning ter plaatse bleek, dat het terrein aldaar door inundatiemaatregelen voor het in stelling brengen te enen male ongeschikt was, ontving hij van de C.- III. L.K. het bevel de beide onderdelen respectievelijk bij Bergakker en Twee Sluizen (plm. 4 km ten westen van Tiel) in stelling te brengen. Na het invallen van de duisternis kwam de 155e Bt.Lu.A. bij Bergakker en het 4-50 Comp.Lu.Mitr. bij Twee Sluizen in stelling. Deze opstellingen hielden vermoedelijk verband met de bescherming van de sluizen in het inundatiekanaal Tiel - Wadenoijen. Met uitzondering van het 2-ge Comp.Lu.Mitr., bleven ook bij de ge Comp.Lu. Mitr. de onderdelen op 12 mei ter plaatse. Voorlopig was er ook geen enkele reden om meer onderdelen te verplaatsen. Sedert 11 mei te 3.00 had het III L.K. de Waal overschreden; het teruggaan ten noorden van de Linge zou eerst op bevel van de C.V. mogen geschieden en wel naarmate de inundaties vóór de uitein delijk te bezetten stelling zouden zijn voltooid. Het 2-ge Comp.Lu.Mitr. werd in de loop van de dag verplaatst ten noorden van de Lek met de opdracht om de 20e Bt.Lu.A. van de Lvd.Kr. Utrecht/Soesterberg te beschermen, welke batterij ten noorden van de spoorbrug over de Lek bij Culemborg stond opgesteld. Aan het einde van de dag hadden de onderdelen van beide compagnieën ver moedelijk tien vliegtuigen neergeschoten. Evenals op de voorafgaande dagen waren de batterijen en pelotons op 13 mei op nieuw om 3.00 gevechtsgereed. Deze dag onderscheidde zich in zoverre van de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 156