De Luchtdoelartillerie Het bedekte terrein in de omgeving van de opstelling van het 4e peloton bood slechts zicht in zuidelijke en in zuidoostelijke richting, waardoor de mogelijkheid tot het afgeven van vuur was beperkt. Bij het peloton deden zich, evenals bij de 157e Bt.Lu.A. geen voorvallen voor, die het vermelden waard zijn. Vermoedelijk schoot de compagnie op 10 mei zeven vliegtuigen neer. Op 11 mei was de vijandelijke luchtactiviteit boven de onderdelen van de 4e Comp.Lu.Mitr. gering. Het 4e peloton, dat in de frontlijn was opgesteld, werd om 3.00 verplaatst naar een stelling, die 1 000 m ten oosten van de Oude Watertoren was gelegen. Deze verplaatsing, die geschiedde in overleg met de C.-II L.K., hield verband met de vernieling door eigen troepen van de Grebbesluis in de nacht van 10 op 11 mei. In haar nieuwe opstelling was het peloton belast met de be scherming van de divisie-artillerie van de IVe Divisie. De opstelling in het bedekte terrein was echter zó ongunstig, dat het peloton reeds om 8.00 werd verplaatst naar een stellingterrein, gelegen op 1 300 m ten noorden van de Cuneratoren van Rhenen. De verkenningsvliegtuigen van de vijand ontdekten deze opstellingsplaats vrij spoedig en de vijand gaf hierop regelmatig storend artillerievuur af. Hetzelfde ge beurde met de opstelling van het 2-4e Comp.Lu.Mitr. Geregeld verwisselden beide pelotons daarom van stelling naar z.g. wisselstellingen, die op plm. 200 m van de eigenlijke dekking lagen. Aangezien de opstellingsplaats van het i-7e Comp.Lu.Mitr. in de frontlijn lag, liet de Pel.C. in de loop van de dag een nieuwe stelling inrichten, die ongeveer 400 m meer westelijk was gelegen. Uit veiligheidsoverwegingen liet hij deze pas 's-avonds bezetten. Omstreeks 5.00 vielen vijf Me 109 vliegtuigen het 2e peloton aan met hun boord- wapens. Niemand liep echter enige verwonding op. Op bevel van een ter plaatse aanwezige bataljonscommandant verplaatste de Pel.C. de stelling naar een ter rein, dat 50 m verwijderd was van zijn oorspronkelijke opstelling. De beide mitrs. M.25 liet hij ingraven aan de westzijde van de spoorbaan Amersfoort-Kesteren. Het 3e peloton opende omstreeks 13.00 het vuur op een aantal laag overvliegende bommenwerpers, waarvan er vermoedelijk twee werden neergeschoten. Om 23.00 nam het peloton zijn reservestelling in. Ook het 4e peloton schoot vermoedelijk twee vliegtuigen neer en de 157e Bt.Lu.A. één vliegtuig, tijdens een aanval op de batterij door Me's iog. Aangezien bij beide compagnieën de onderdelen ver uiteen waren opgesteld, trachtten de C.Cn. hun batterij- en pelotonscommandanten leiding te geven door hen dagelijks enige malen te bezoeken of te laten bezoeken. Ook voor het personeel 690

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 162