De Luchtdoelartillerie der onderdelen waren deze bezoeken van grote morele waarde, omdat - evenals elders - ook in het gebied van II L.K. allerlei geruchten de ronde deden omtrent gelande valschermtroepen, terwijl bij duisternis lichtsignalen werden waarge nomen. Daarbij kwam nog dat de onderdelen, die in de voorste lijn waren ge plaatst, de nadelige invloed ondergingen van beschietingen door vijandelijke ar tillerie. Waren de onderdelen in verband met hun taak overdag volledig paraat, de ge ruchtenstroom was er de oorzaak van dat ook tijdens de uren van duisternis van een welverdiende rust weinig sprake was. Voor de staven, zowel als voor de onder delen, was het noodzakelijk om bijzondere veiligheidsmaatregelen te treffen. Dit geschiedde door het uitzetten van wachten en het uitsturen van patrouilles. Dat het personeel zo onvoldoende rust kreeg en voortdurend verkeerde onder een zenuwslopende druk, behoeft geen nader betoog. Gedurende de duisternis van 11 op 12 mei had het 2-4e Comp.Lu.Mitr. zich ver plaatst naar een stellingterrein, dat plm. 1 000 m ten oosten van Remmerden was gelegen. Om 14.00 verplaatste het peloton zich weer 500 m naar het westen. Het 4e peloton had zich gedurende de nacht eveneens verplaatst en wel naar een stel lingterrein, plm. 500 m ten noorden van Remmerden. Al deze verplaatsingen waren een gevolg van de voortdurende hinder, die de pelotons ondervonden van het vijandelijk artillerievuur en van de moeilijkheden, die het bedekte terrein op leverde voor het afgeven van het eigen vuur. In de loop van de 12e mei waren er voortdurend vliegtuigen in de lucht, die het vijandelijk artillerievuur regelden. Zij bleven veelal buiten schootsbereik van het 2 cm geschut. Bij de onderdelen van de 7e Comp.Lu.Mitr. boden zich weinig doelen aan, ter wijl de in voorste lijn geplaatste pelotons hinder ondervonden van het storende artillerievuur van de vijand, 's Avonds ontstond er enige consternatie bij het per soneel van de commandopost van de 7e Comp.Lu.Mitr., omdat er in het bedekte terrein bij deze commandopost valschermtroepen zouden zijn waargenomen. Al het personeel zocht urenlang de omgeving af, zonder dat ook maar één val schermjager werd ontdekt. Ook op 13 mei was de vijandelijke activiteit in de lucht gering boven de onder delen van beide compagnieën. Meestal vloog het merendeel der vliegtuigen, dat men waarnam, buiten schootsbereik van het 2 cm geschut en de mitrs. M.25. Op last van de C.V. werd het i-4e Comp.Lu.Mitr. van 9.30 tot 16.30 tijdelijk verplaatst naar de omgeving van het station Driebergen, ter beveiliging van een daar gestationeerde munitiespoortrein. 's Middags kon de C.-4e Comp.Lu.Mitr. via de telefoon geen verbinding krijgen 691

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 163