De Luchtdoelartillerie middelen van de Lvd.Kr. Utrecht/Soesterberg en met twee pelotons van de 8e Comp.Lu.Mitr. een luchtafweerfront langs de Vecht te vormen in de omgeving van Loenen. Vermoedelijk schoot de 3e Comp.Lu.Mitr. gedurende de vijf gevechtsdagen zeven vliegtuigen neer. Dat de in of dicht bij de frontlijn geplaatste pelotons van de 8e Comp.Lu.Mitr. op 10 mei niet over dekkingen beschikten, deed ongetwijfeld afbreuk aan het moreel van het personeel van deze compagnie. Het energieke ingrijpen van de C.C. om nog dezelfde dag in deze dekkingen te voorzien, verdient dan ook alle lof. De beide C.Cn. hebben op 13 mei van hun D.Cn. beknopte en duidelijke bevelen voor de terugtocht ontvangen, zodat zij op hun beurt hun ondercommandanten van duidelijk omschreven bevelen hebben kunnen voorzien. Van enige verwar ring bij de compagnieën tijdens de terugtocht is dan ook geen sprake geweest. e De gevechtshandelingen van de 6e Comp.Lu.Mitr. Zoals de lezer uit het hiervoor onder II a gestelde bekend is, was de 6e Comp.Lu. Mitr. (min. 3 en 4) ingedeeld bij Brig. B en het 3- en 4-6e Comp.Lu.Mitr. bij Brig.A. Ook is reeds vermeld, dat op 10 mei de Brig. B de Maas-Waalstelling bezette en dat het operatieplan van het Veldleger inhield, dat Brig.A hardnekkig weerstand zou bieden in de Betuwestelling (de oude linie Ochten - de Spees). Naarmate de terugtocht van het III L.K. uit Noord-Brabant zou zijn gevorderd, zou Brig. B, op bevel van de C.V., over de Waal teruggaan en legerreserve worden in het rayon Amerongen - Wijk bij Duurstede - Zoelmond - Maurik - Amerongen. In de vroege morgen van 10 mei was de 6e Comp.Lu.Mitr., onder bevel van re serve kapitein L.T. Hoolboom, als volgt opgesteld de Staf: te Leeuwen Brig. B. het ie peloton: te Leeuwen, ter bescherming van het St.K.-Brig. B; het 2e peloton: bij de pontonbrug te Oyen en de 156e Bt.Lu.A.: plm. 1 km noordwest van Puiflijk. Brig. A. het 3e peloton: bij de schotbalksluis in de Linge ten noorden van Ochten en het 4e peloton: noordwest van station Kesteren. 700

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 172