De Luchtdoelartillerie
vliegtuig. In de loop van de morgen kwam het peloton nog enige malen in actie,
doch voor het overige verliep de dag vrij rustig.
Om 6.00 droeg luitenant Willemse het personeel van zijn staf op veiligheidsdien
sten te verrichten in de Badhuisstraat, waar zoals bekend - zijn commandopost
was gevestigd. Hij vormde daartoe drie ploegen van zes man, die bij toerbeurt
acht uur dienst deden. Omdat hij het bovendien noodzakelijk achtte om de vier
zoeklichtinstallaties doorlopend te laten bewaken tegen mogelijke aanslagen van
saboteurs of gelande valschermtroepen, verzamelde hij al het zoeklichtpersoneel
om 7.00 op de S.V.P., sprak het toe en droeg het op zich om 12.00 te begeven naar
de zoeklichtopstellingen, waar het ter plaatse zou worden ingekwartierd. Voor de
bewaking van de S.V.P. zouden een korporaal en twee man achterblijven.
Toen de sectiecommandant in de loop van de middag vernam dat de directeur van
de gasfabriek om politieke redenen was gearresteerd, vond hij hierin aanleiding
om het op het terrein van deze fabriek staande zoeklicht no. 1 te verplaatsen naar
een boerderij aan de Koudekerkseweg, plm. 800 m ten noordwesten van Vlissingen.
Om 18.00 was de inkwartiering van het personeel geregeld, doch kort daarop werd
het zoeklicht no. 2 van Welzinge verplaatst naar Ritthem, 2 km ten zuidoosten
van Souburg, omdat men meende, dat de opstelling te Welzinge door de vijand
uit de lucht was verkend. Om 20.00 waren de vier zoeklichten opgesteld en be
drijfsklaar. Gedurende de nacht werd het zoeklichtpersoneel vijfmaal door vlieg
tuiggeronk gealarmeerd, waarbij drie vliegtuigen werden 'verlicht'.
Op 1 r mei vuurde de 16e Bt.Lu.A. herhaaldelijk. De batterij opstelling was blijk
baar ontdekt, want op deze dag werd zij tot tweemaal toe door Duitse vliegtuigen
met mitrailleurs en 2 cm geschut aangevallen. Hierbij werd vermoedelijk één
vijandelijk vliegtuig neergeschoten. Kapitein Broekman bleef zich echter zorgen
maken over de munitieaanvulling. Van het uitgezonden transport ontving hij
om 11.00 telefonisch bericht, dat het op de heenreis Heusden was gepasseerd. Hij
drong daarom bij de C.Z. nogmaals aan op munitieaanvulling vanuit Engeland.
Aan het einde van de tweede gevechtsdag bedroeg de munitievoorraad nog slechts
621 bg's.
Bij de 109e Bt.Lu.A. was het in de vroege morgen van 11 mei rustig. Pas na 8.00
ontwikkelde de vijand een vrij grote activiteit in de lucht, waarbij kon worden
waargenomen dat Vlissingen enige malen werd gebombardeerd. Na 12.00 trad
opnieuw een betrekkelijke rust in.
De verhoogde luchtactiviteit van de vijand boven Vlissingen was vermoedelijk toe
te schrijven aan de omstandigheid, dat hem de Franse troepenvervoeren over
deze havenstad niet waren ontgaan. De Franse eenheden werden voor een deel
vanuit Breskens overgezet naar Vlissingen door middel van de provinciale stoom-
7 17