7J9 De Luchtdoelartillerie bootveerdienst, terwijl ook vanuit Duinkerken troepentransporten naar Vlis- singen plaats vonden. De versterking van de havenverdediging van 10 op 11 mei met een aantal Franse onderdelen lichte luchtdoelartillerie was dan ook onge twijfeld juist. De transporten over zee vanuit Duinkerken werden bovendien be geleid door Franse torpedoboten en Britse escortevaartuigen en door Franse ma rinevliegtuigen beschermd. De Duitse luchtbombardementen op het havengebied werden uitgevoerd van grote hoogte, zodat het 73e het 74e I 'clI ,u1 it rop 11 mei nagenoeg niet tot vuren kwamen. Hoewel men op 11 mei ook bij het 76e Pel.Lu.Mitr. de verhoogde vijandelijke luchtactiviteit waarnam, kon op die dag pas omstreeks 21.00 het vuur worden ge opend. Om 3.15 liet luitenant Willemse het zoeklichtbedrijf beëindigen. Hij gafbevel dat de helft van het personeel tot 12.00 moest rusten; daarna de andere helft. Bij elke installatie was daardoor steeds de helft van de bezetting beschikbaar voor een eventueel optreden tegen saboteurs of valschermtroepen en voor controle van de wegen in de omgeving van de opstelling. Voor de sectie-staf bleven echter de orders gelden, die de vorige dag waren gegeven. Evenals op 10 mei - luitenant Willemse zou dit ook de komende dagen steeds doen - hield hij om 15.00 rapport voor de vier zoeklichtcommandanten. Om 20.00 waren alle zoeklichten weer bedrijfsklaar, echter met een minimale personeelsbezetting, omdat bij elk zoeklicht een patrouille gereed gehouden moest worden om eventueel op te treden tegen kwaadwilligen of valscherm troepen. De 16e Bt.Lu.A. opende op 12 mei veelvuldig het vuur op binnen schootsafstand komende vijandelijke vliegtuigen. De Bt.G. nam op deze dag ook activiteiten waar van geallieerde vliegtuigen. Om 22.30 kreeg kapitein Broekman van de G.-Lvd.Gr. Gorinchem telefonisch bericht, dat zijn munitietransport te Gorin- chem was aangekomen, doch niet verder kon wegens de vijandelijke opmars in Noord-Brabant. De twee vrachtauto's zouden daarom bij genoemde groep blijven, terwijl de munitie zou worden verdeeld over de ge en de 20e Bt.Lu.A. Bij de 109e Bt.Lu.A. viel op 12 mei weinig vijandelijke luchtactiviteit waar te nemen. Wel onderging de bezetting, zonder dat er verliezen werden geleden, een mitrailleuraanval van een He 111 bommenwerper. Voorts cirkelden enige Duitse verkenningsvliegtuigen geruime tijd boven en rond de batterijopstelling. In de vroege morgen van 12 mei constateerde de Commandant Havenverdedi ging, dat de Franse compagnie luchtdoelmitrailleurs, die rond de buitenhaven was

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 193