De Luchtdoelartillerie wallen rond de stukken en de vuurleidingsgroep viel er slechts één dode te be treuren. Aangezien het nu vaststond, dat de vijand de plaats van de batterij had ontdekt, verkende kapitein Stigter onverwijld een wisselstelling. Hij vond deze in een on geveer 500 m meer naar het oosten gelegen boomgaard. In de vroege morgen van 14 mei werd de batterij naar de nieuwe opstelling verplaatst. Hoewel de luchtaanvallen op het havencomplex van Vlissingen op 13 mei minder hevig waren dan op de vorige dag, was het moreel van de in dit gebied opgestelde onderdelen, waartoe ook de beide pelotons luchtdoelmitrailleurs behoorden, door de veelvuldige bombardementen en beschietingen zeer gedaald. De verwarde en vaak tegenstrijdige berichten omtrent de gang van zaken elders in het land, de tal loze geruchten over gelande valschermtroepen en omtrent verraderlijk optreden van landgenoten werkten er niet toe mee om de stemming te verbeteren. Ook in de omgeving van Veere was op 13 mei weinig vijandelijke luchtactiviteit. De zes watervliegtuigen van de M.L.D., die ten zuiden van de sluizen een ge camoufleerde ligplaats hadden gevonden, vertrokken tussen 3.00 en 4.00 naar Boulogne1. Omstreeks 21.00 beschoot het peloton een van west naar oost vliegende vijan delijke bommenwerper. Evenals elders heerste er ook bij het 76e Pel.Lu.Mitr. een nerveuze stemming wegens de vele tegenstrijdige berichten en geruchten, het komen en weer gaan van Franse troepen e.d. De meldingen omtrent landingen van valschermtroepen en de gedachte aan wat de Commandant van het Ie Marine Bataljon tijdens een bespreking in april 1940 gezegd had over een rondomverdediging van het stadje Veere, deden de pelotonscommandant ertoe besluiten, de opstelling van het peloton ongeveer 250 m naar het zuidwesten te verplaatsen, naar de hoge ver- dedigingswal van het stadje. Omstreeks middernacht waren de vier 'kuilen' voor de mitrailleurs gereed, waarna het peloton de nieuwe opstelling betrok, die het voordeel bood dat nu zowel op grond- als op luchtdoelen kon worden gevuurd. Op 13 mei liet luitenant Willemse om 3.15 het zoeklichtbedrijf beëindigen. In verband met de luchtbombardementen, alsmede door het feit dat in de vroege morgen op het pand, waarin de commandopost was gevestigd, krijttekens waren aangetroffen, besloot hij de c.p. te verplaatsen naar de Koudekerkseweg bij zoek licht no. 1. Hij hief bovendien de S.V.P. op en voegde het bewakingspersoneel ervan bij zijn commandogroep. Ook op de nieuwe standplaats verrichtte het per soneel bij toerbeurt controle- en bewakingsdiensten, terwijl voorts een groepje bij de hand werd gehouden om eventueel op te kunnen treden tegen gelande val schermtroepen. 1 Andere bronnen vermelden 14 mei als datum van vertrek. 721

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 195