De Luchtdoelartillerie
Om 15.00 hield hij, zoals gewoonlijk, zijn dagelijkse bespreking met de zoeklicht
commandanten. Hierbij werd de klacht geuit, dat het signaal 'luchtalarm ge
ëindigd' veel te lang werd aangehouden, hetgeen zeer hinderlijk was voor de
eigen luisterdienst. De C.Z. terzake ingelicht, beloofde bemiddelend op te treden.
Om 20.00 waren alle zoeklichten weer bedrijfsklaar. Luitenant Willemse be
zocht in de loop van de avond alle zoeklichtinstallaties, deelde sigaretten en ver
snaperingen uit en sprak een opbeurend woord, wat de stemming verbeterde.
Wegens de geringe vijandelijke activiteit in de lucht in de omgeving van de 16e
Bt.Lu.A., verschoot deze op 14 mei slechts 26 bg's. Regelmatig werden Britse
jachtvliegtuigen waargenomen. In de namiddag deden geruchten de ronde om
trent een capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten. Na inlichtingen te heb
ben ingewonnen bij de staf van de C.Z., deelde kapitein Broekman zijn personeel
mede dat deze geruchten niet juist waren.
Het bericht omtrent het vertrek naar elders van H.M. de Koningin en Haar re
gering maakte diepe indruk en werd door velen niet begrepen. De toestand in
Holland moest dan toch wel zeer zorgelijk zijn, meende men. Het is begrijpelijk,
dat de stemming er door deze jobstijding niet op vooruit ging.
In de nacht van 13 op 14 mei kwamen Franse troepen aan, die bestemd waren
voor de verdediging van het Kanaal door Zuid-Beveland. In de loop van 14 mei
werden nog meer Franse onderdelen opgesteld aan de westzijde van het kanaal.
De Franse luchtdoelbatterij van 2.5 cm, die sedert 11 mei op het niet afgebouwde
fort 'De Ruyter' stelling had genomen, werd naar Goes verplaatst en opgesteld
ten noorden van dit stadje. Voor een tweede luchtdoelbatterij, van dezelfde
samenstelling, werd een opstelling gekozen ten noorden van Kapelle.
In de vroege morgen van 14 mei zette kapitein Stigter zijn personeel aan het werk
om zijn nieuwe opstelling te verbeteren. Later op de dag verschenen ter plaatse
Franse troepen. Toen bleek, dat de batterij midden in het door de Fransen ge
kozen stellinggebied kwam te staan, stelde de Bt.G. zich telefonisch in verbinding
met de C.Z. Deze gaf hem toestemming de batterij in de nacht van 14 op 15 mei
3 a 4 km meer naar het westen te verplaatsen.
Dat het moreel van het batterij personeel door de gebeurtenissen in de vooraf
gaande dagen ernstig was geschokt, kwam vooral tot uiting tijdens deze nachte
lijke stellingverandering. Hierbij ging een van de stukken verloren, doordat -
zoals kapitein Stigter later verklaarde - de auto met het daarop gemonteerde
kanon in een bomtrechter reed.
Bij het 73e, het 74e en het 76e Pel.Lu.Mitr. deden zich op 14 mei geen bijzonder
heden voor. De vijandelijke activiteit in de lucht was gering in de omgeving van
de pelotons.
723