De Luchtdoelartillerie ment moreel reeds ernstig geschokte Franse troepen werd nog groter, toen bleek dat vijandelijke patrouilles gedurende de nacht het kanaal waren overgestoken. Toen daarna de Duitse troepen in de loop van de morgen met behulp van drijf- zakken over een breed front het kanaal overstaken, verlieten de nu volkomen in paniek geraakte Franse verdedigers hun stellingen en trokken terug in de richting van de Sloedam. Bij zijn terugkeer in Kapelle, vernam kapitein Stigter van de weinige daar nog aanwezige Fransen van deze terugtocht. Nadat hij eerst nog vergeefs getracht had telefonisch verbinding te krijgen met de C.Z., sloot hij zich met zijn batterij bij de terugtrekkende colonnes aan. Nadat de Sloedam ongehinderd was gepas seerd en de batterij zich dus weer op Walcheren bevond, stelde kapitein Stigter het Commando Zeeland telefonisch op de hoogte van de door hem uitgevoerde ver plaatsing. Hij kreeg opdracht om zijn oude opstelling aan de Koudekerkseweg nabij Vlissingen weer in te nemen. De vijandelijke vliegtuigen, die op 16 mei door het personeel van het 73e en het 74e Pel.Lu.Mitr. werden waargenomen, vlogen alle op grote hoogte. De bij Vlis singen en Breskens aanwezige oorlogsbodems openden regelmatig een hevig af- weervuur op deze vliegtuigen. Bij het 76e Pel.Lu.Mitr. deden zich op 16 mei geen bijzonderheden voor. De zoeklichten beëindigden op 16 mei hun bedrijf om 3.20. De verwarde en tegenstrijdige berichten, die op deze dag binnenkwamen, deden de onrustige stemming bij het zoeklichtpersoneel toenemen. Toen luitenant Willemse vernam, dat het personeel van de bomvrije kazerne de wapens had neergelegd, stelde hij de C.Z. hiervan onmiddellijk op de hoogte. Om 20.00 waren alle zoeklichten weer bedrijfsvaardig. Tot goed begrip van hetgeen zich op 16 en 17 mei bij het Commando Zeeland afspeelde, zij het volgende vermeld. Na het neerleggen van de wapens in de rest van Nederland, had de Nederlandse regering in Londen - zoals bekend - de bevoegdheden van de O.L.Z. over gedragen aan de C.Z. Op 16 mei ontving hij bovendien opdracht om gevangen neming tot elke prijs te voorkomen. Toen de vijand de Sloedam bereikte en een doorbraak naar Walcheren dus nog slechts een kwestie van tijd kon zijn, kwam de C.Z. door laatstgenoemde opdracht in een moeilijke positie te verkeren. Hij verplaatste, zonder de rechtstreeks onder hem gestelde commandanten hier omtrent in te lichten, zijn commandopost naar Vlissingen en in de vroege morgen van 17 mei naar Breskens. Hij keerde echter omstreeks 14.00 weer naar Vlis singen terug. Toen hij vernam, dat de vijand zich had meester gemaakt van de Sloedam, ver trok hij opnieuw naar Breskens om schepen te charteren voor de evacuatie van 727

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 201