De Luchtdoelartillerie Franse troepen uit Vlissingen. Deze geheim gehouden verplaatsingen gaven aanleiding tot allerlei geruchten en veroorzaakten grote onzekerheid bij de op Walcheren achtergebleven troepen. Van de staf van de C.Z. bevonden zich op 17 mei nog slechts de artilleriecommandant en enige toegevoegde officieren te Middelburg. De eerste Duitse aanval op de Sloedam begon op 17 mei omstreeks 3.00, maar werd door het Franse artillerievuur tot staan gebracht. Toen de vijand na een langdurig artillerieduel en luchtbombardementen (o.m. op Arnemuiden, Middel burg en Vlissingen) om 12.20 opnieuw tot de aanval overging, trokken de Franse troepen in verwarring terug. De 16e Bt.Lu.A. was op 17 mei reeds om 4.00 in volle actie. In de loop van de morgen vernam kapitein Broekman, dat de C.Z. met een deel van zijn staf naar Zeeuws-Vlaanderen was uitgeweken. Hij nam de bombardementen op de Sloe dam en Middelburg waar en liet het vuur openen op elk vijandelijk vliegtuig, dat binnen schootsbereik kwam. Kort na het middaguur trokken Franse colonnes, voor een deel ongewapend, langs de batterij opstelling in de richting van Vlis singen. Kapitein Broekman stelde zich daarop in verbinding met het Commando Zee land en verzocht opnieuw om met zijn personeel en zo mogelijk met een ge- gedeelte van het materieel naar Zeeuws-Vlaanderen te mogen uitwijken. De achtergebleven adjunct-chef van de staf van de C.Z. antwoordde dat zulks niet mogelijk was, omdat de Franse troepen bij de evacuatie uit Vlissingen voorrang hadden. Hij zou terzake echter nog nadere instructies ontvangen. Deze kwamen in de namiddag en luidden: 'Vuurmonden intact overgeven, niet meer vuren, wapens innemen, rustig afwachten'. Kapitein Broekman dacht er echter geen ogenblik aan deze order op te volgen. De drie vuurmonden werden, nadat de lopen met plaggen waren opgestopt, met behulp van een stuk touw afgevuurd. Het vuurleidingstoestel en de hoogtemeter werden met pistoolschoten vernield. Van de munitievoorraad restten nog slechts 40 bg's. Het was toen ongeveer 19.00. Nadat het vernielingswerk was voltooid, nam kapitein Broekman met zijn perso neel stelling in een weiland met het doel de oprukkende vijand zo mogelijk enige tijd op te houden. Hij zag echter al spoedig in, dat het strijden met een handvol karabijndragenden, die slechts over een kleine (tas)voorraad munitie beschikten, zinloos was en verzamelde zijn troep. De terugtrekkende colonnes waren nog steeds blootgesteld aan luchtbombarde menten, doch van het personeel van de 16e Bt.Lu.A. werd niemand gewond. Na de gevangenneming, voerde de vijand het batterijpersoneel af naar de kerk in Oost-Souburg, waar het de nacht van 17 op 18 mei doorbracht. 728

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 202