De Luchtdoelartillerie terieel en hadden weinig gevechtswaarde. De zoeklichtsectie beschikte over mo derne zoeklichten. Het was te voorzien, dat de ontschepingshaven Vlissingen - op 17 mei inschepings haven met één luchtdoelbatterij van middelbaar kaliber niet afdoende tegen luchtaanvallen zou kunnen worden beschermd. Het ware in verband daarmee wellicht beter geweest, indien men ook de 109e Bt.Lu.A. nabij Vlissingen had op gesteld. Hiei tegenover kan worden aangevoerd, dat het voor het moreel van de verdedigers van de Zanddijkstelling beslist noodzakelijk was, dat hun enige be scherming tegen luchtaanvallen in de vorm van luchtdoelgeschut werd verleend. Hoewel men ook in dit geval terecht kan opmerken, dat het opstellen van één verouderde luchtdoelbatterij achter een stelling met een frontbreedte van 8| km onmogelijk veel te betekenen kon hebben. Men ziet dat het, gelet op het zeer ge ringe aantal luchtdoelbestrijdingsmiddelen, waarover de C.Z. beschikte, niet redelijk zou zijn kritiek te leveren op de door hem in dit opzicht genomen be slissingen. Het was voor hem in alle opzichten passen en meten en van twee kwaden de minst kwade kiezen. Reeds eerder in dit boekwerk werd gewezen op het rampzalige effect, dat van luchtbombardementen uitgaat op slecht geoefende, onvoldoend krachtig geleidde en moreel reeds geschokte troepen. Van een aantal factoren, die oorzaak waren van het lage moreel bij nagenoeg alle onderdelen, werd hiervoren eveneens reeds melding gemaakt. Tenslotte dient te worden gememoreerd, dat de ter versterking gezonden Franse eenheden onvoldoende door eigen luchtstrijdkrachten werden ondersteund, zodat ook zij min of meer weerloos waren blootgesteld aan de krach tige Duitse luchtaanvallen. DE GEVECHTSHANDELINGEN VAN DE LUCHTDOEL BESTRIJDINGSMIDDELEN, DIE WAREN OPGESTELD IN DE STELLING VAN DEN HELDER (Zie de kaart T, in de tekst) De binnen het gebied van de Stelling van Den Helder opgestelde batterijen luchtdoelartillerie, pelotons luchtdoelmitrailleurs en zoeklichten tl. vormden te zamen de Lvd.Gr. Den Helder, die onder bevel stond van reserve kapitein ir. E.W.A. Staring. Gedurende de vijf gevechtsdagen was zijn commandopost ge vestigd in een van de kazematten van de Oostbatterij, waar zich tevens het Hoofd kwartier bevond van de Stellingcommandant, Schout-bij-Nacht H. Jolles. In de organisatie van dit Hoofdkwartier was o.m. opgenomen een bureau luchtverde- diging, waarvan kapitein C. van Dongen bureauhoofd was. 731

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 205