733 De Luchtdoelartillerie Op io mei maakten de volgende batterijen en pelotons deel uit van de Lvd.Gr. Den Helder de ie Bt.Lu.A. (3 kanonnen van 7.5 tl. no. 1 en 2 mitrs. M.25) de 2e Bt.Lu.A. (3 kanonnen van 7.5 tl. no. 1 en 2 mitrs. M.25) de 21e Bt.Lu.A. (3 kanonnen van 7.5 tl. no. 1 en 2 mitrs. M.25) de 101e Bt.Lu.A. (3 kanonnen van 10 tl. en 2 mitrs. M.25) het 4-ie Comp.Lu.Mitr(2 kanonnen van 2 tl. no. 1 en 2 mitrs. M.25)1 en het ie tjm het 4e Pel.Lu.Mitr. (elk peloton bestaande uit 4 mitrs. M.25)2. In totaal omvatte de Lvd.Gr. derhalve negen kanonnen van 7.5 tl. no 1 drie kanonnen van 10 tl. twee kanonnen van 2 tl. no. 1 en zesentwintig mitrs. M.25. Met uitzondering van de 21e Bt.Lu.A. en het 2e Pel.Lu.Mitr., die in de Wieringer- meer waren opgesteld, èn het 4-ie Comp.Lu.Mitr., dat op Texel in stelling stond, waren de opstellingen van de overige batterijen en pelotons alle gelegen binnen het stellinggebied, in de z.g. 'Kop van Noord-Holland'. Zij hadden tot taak de marinebasis Den Helder - in zijn ruimste betekenis - tegen luchtaan vallen te beschermen. De 21e Bt.Lu.A. en het 2e Pel.Lu.Mitr. dienden ter bescherming van de hulp vliegvelden Wieringermeer en Middenmeer, terwijl aan het 4-ie Comp.Lu.Mitr. de bescherming van het vliegpark De Vlijt op Texel was opgedragen. Voor de op stelling van laatstgenoemde batterij en de twee pelotons wordt verwezen naar de kaart no. 8 en het kaartje T, in de tekst. De vuurmonden en de vuurleidingsgroep van de 2e Bt.Lu.A. waren omgeven door dekkingen van zandzakken. De vuurmonden van de 21e Bt.Lu.A. stonden onbe schermd in het polderterrein, maar voor het bedienend personeel waren in de na- 1 De verrichtingen van dit peloton zijn behandeld bij het vliegpark De Vlijt op Texel. 2 Binnen het stellinggebied (op het Galgenveld bij Huisduinen) bevond zich nog de 102e Bt.Lu.A., bestaande uit drie kanonnen van 8 tl. van het type Vickers-Armstrong. De kanonnen waren ver sleten, evenals de auto's waarop zij waren gemonteerd. De batterij had een zeer geringe bezetting en heeft tijdens de vijf gevechtsdagen geen rol gespeeld. Tijdens de mobilisatie had de C.-Lvd. een voorstel aan de M.v.D. gedaan om de batterij uit de bewapening af te voeren. Zijn voorstel was echter niet ingewilligd. Op 10 mei 1940 was de machtiging verstrekt de kanonnen op een vaste houten bedding te plaatsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 207