734
De Luchtdoelartillerie
bijheid schuilloopgraven gemaakt. Alleen rond de vuurleidingsgroep was een
dekking van zandzakken aangebracht.
De vuurmonden van de 101e Bt.Lu.A. waren - zoals bekend - niet mobiel, doch
gemonteerd op betonnen beddingen. De kanonnen waren voorzien van stalen
schilden en een camouflagebeschildering. Rond de vuurmonden waren geen
dekkingen aangebracht.
De ie Bt.Lu.A. had gedurende de mobilisatie in een aantal neutraliteitsopstel-
lingen gestaan, o.m. in Friesland en op Wieringen. Zij was tijdig naar het stel-
linggebied teruggekeerd, niet alleen om het marinevliegkamp De Kooy een
betere verdediging te verzekeren, doch tevens om te voorkomen dat zij bij een
vijandelijk optreden zou worden geïsoleerd en daardoor afgesneden van de Lvd.
Gr. Gebrek aan tijd, maar bovenal gebrek aan materiaal, waren er de oorzaak
van dat de batterij op 10 mei van elke dekking was ontbloot.
Voor de verschillende mitrs. M.25 waren z.g. 'kuilen' vervaardigd. De mitrs. van
het 4e Pel.Lu.Mitr., dat op de dijk bij de ingang van het marinevliegkamp was
opgesteld, waren in betonnen putten geplaatst.
Voor het vuren tijdens de duisternis beschikte de C.-Lvd.Gr. over de VlIIe Zl.A.
tl. onder bevel van reserve kapitein ir. J.H. Rijkes, bestaande uit twee secties, met
elk vier zoeklichtinstallaties, en de ie Zelfstandige Sectie Zoeklichten tl., onder
bevel van reserve tweede-luitenant C.J.L. Wolzak, bestaande uit vier zoeklichtin
stallaties. Door de stellingcommandant was één van de zoeklichten van de VlIIe
Zl.A.tl. aangewezen om tevens dienst te doen als kustzoeklicht.
Door de Koninklijke Marine waren in de Stg.Hd. ook eigen luchtdoelbestrijdings
middelen opgesteld. Behalve de op de oorlogsschepen aanwezige kanons en mi
trailleurs, beschikte zij te land over de volgende middelen
1 op het pantserfort Harssens en op het werk Oostoever stond een dubbelmi-
trailleur van 12.7 mm en op de batterij Wierhoofd was een mitrailleur van het
zelfde kaliber opgesteld. Deze mitrailleurs maakten deel uit van de havenverde
diging;
2 op het vliegkamp De Kooy had men de beschikking over drie mitrailleurs van
20 mm en 1 o vliegtuigmitrailleurs, en
3 op het vliegkamp De Mok stonden een batterij van twee kanons van 7.5 tl. en
vier mitrailleurs van 40 mm opgesteld.
Het aandeel van deze middelen in de verdediging blijft in dit boekwerk onbe
sproken.
Men had de commandanten van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen wèl een radio
ontvangtoestel gegeven, maar geen aansluiting op het radiodistributienet. In