735 De Luchtdoelartillerie plaats daarvan was in een van de kazematten van de Oostbatterij een centrale waarschuwingskamer ingericht, waar een aantal telefoonlijnen binnenkwam. Deze waarschuwingskamer had o.m. een rechtstreekse verbinding met het H.L.B. Amsterdam, dat alle luchtwachtberichten - van belang voor de Stg.Hd. - on middellijk aan deze centrale doorgaf. Een aantal telefonisten, onder de algemene leiding en het toezicht van een officier of onderofficier, kon de uit Amsterdam doorgegeven luchtwachtberichten be luisteren en onverwijld aan de verschillende commandanten doorgeven. Dit z.g. 'early warning system' - hier te lande uniek voor het jaar 1940 - heeft tijdens de vijfgevechtsdagen vrij goed voldaan. De verschillende Bt.Cn. hadden op 10 mei van omstreeks 1.45 af de vele lucht wachtberichten beluisterd en hoorden tussen 2.00 en 3.00 talrijke vliegtuigen op grote hoogten van oost naar west over het stellinggebied vliegen. Deze toestellen vlogen over het algemeen zó hoog, dat de zoeklichten tl. geen kans kregen de doelen te verlichten en de batterijen er derhalve ook niet op konden vuren. De batterij- en pelotonscommandanten waren tussen 2.00 en 3.00 door de C.-Lvd. Gr. gealarmeerd, zodat alle onderdelen kort vóór zonsopgang paraat waren. Omstreeks 3.30 namen de batterij- en pelotonscommandanten in de 'Kop' drie zwart geschilderde laag vliegende vliegtuigen boven het Marsdiep waar, die aan valschermen bevestigde mijnen neerlieten. Door de geringe hoogte, waarop werd gevlogen en de grote afstand tot het doel, kregen de drie luchtdoelbatterijen geen gelegenheid tot vuren. Het ie en het 3e Pel.Lu.Mitr., respectievelijk opgesteld op het fort Wierhoofd en het fort Oostoever, openden daarentegen onmiddellijk het vuur, evenals de batterij van 2 X 7.5 tl. en de vier mitrs. van de Koninklijke Marine, die bij het vliegkamp De Mok waren geplaatst. Tegen 4.00 naderden op lage hoogte uit de richting Callantsoog vrij plotse ling enige Me 109 vliegtuigen, die met hun boordwapens het vliegkamp De Kooy aanvielen. Kort tevoren waren de elf op dat vliegkamp gestationeerde D XXI vliegtuigen van de ie Ja.V.A. gestart. Onmiddellijk liet de C.-ie Bt.Lu.A., re serve kapitein A.S. Westra, stukkenvuur afgeven en met de beide mitrs. op de aanvallers vuren. Ook het 4e Pel.Lu.Mitr. mengde zich in de strijd, terwijl de 2e Bt.Lu.A., onder bevel van reserve kapitein J.P. Smeding, zo nu en dan gelegen heid kreeg om stukkenvuur af te geven en met haar beide mitrs. te schieten. Keer op keer vielen de vijandelijke vliegtuigen uit steeds weer een andere richting de verschillende gebouwen aan. Van een geregeld en goed geleid vuur kon - vooral door de ie Bt.Lu.A. - daarom geen sprake zijn. Ook de zwart geverfde legeringsbarak van de ie Bt.Lu.A. bleek voor de aanval lers een doelwit te zijn. Deze werd tenminste met mitrailleurkogels doorzeefd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 209