747 De Luchtdoelartillerie Reeds kort na de vuuropening viel een van de mitrailleurs uit door het vastlopen van het sluitmechanisme; de overige mitrailleurs bleven met korte tussenpozen regelmatig doorvuren op de steeds laag overkomende vliegtuigen. Verschillende van deze toestellen beantwoordden het vuur zonder dat dit doel trof. Omstreeks 4.30 werd de pelotonscommandant bij de brugcommandant, reserve eerste-luitenant der infanterie L.G.A. van der Harst geroepen, die hem meedeelde dat Nederland zich in staat van oorlog met Duitsland bevond. Er moest op één a twee dagen standhouden worden gerekend, zodat spaarzaam met de munitie moest worden omgegaan. De stemming bij het peloton was tot dusverre goed geweest, doch toen geen nadere bijzonderheden omtrent de feitelijke toestand konden worden gegeven en bekend werd, dat men enige dagen in de zeer ongunstige opstelling zou moeten stand houden, bekroop velen een gevoel van onbehagen. De pelotonscommandant trachtte telefonisch contact op te nemen met de C.C., onder wiens bevelen hij was gesteld. Toen dit niet lukte, besprak hij met de brug commandant de noodzaak van het graven van 'kuilen' voor de vier mitrailleurs en de bedieningen. Deze gaf hiervoor onmiddellijk toestemming. De vaandrig Kronenburg zette daarop zijn mensen aan het werk, doch de steen achtige bodem en het regelmatig af te geven vuur maakten, dat het graafwerk slechts uiterst langzaam vorderde. Tot veler schrik en verrassing ging kort na 6.00 de St. Servaesbrug met een daverende klap de lucht in. Tengevolge van het hevige vuurduel met de vijandelijke vliegtuigen had niemand bemerkt, dat intussen ook op de grond een vuurstrijd was ontbrand. Eerst door het springen van de brug begreep men, dat de vijandelijke grondtroepen reeds dichtbij moesten zijn. Toen het vuur der luchtdoelmitrailleurs tijdelijk stokte, omdat het pelotonspersoneel dekking moest zoeken tegen neervallende brokken steen van de gesprongen brug, was duidelijk hoorbaar dat aan weerszijden van de Maas ten noorden van de spoorbrug, alsmede in de richting Wijk, vuurgevechten aan de gang waren. Omstreeks 6.05 ontving de brugcommandant van zijn C.C. opdracht de Wilhel- minabrug te vernielen. De luitenant wenkte heftig met de hand in de richting van vaandrig Kronenbrug, waaruit deze opmaakte dat hij met zijn peloton onver wijld over de brug naar de westelijke Maasoever moest terugtrekken. De vijand was dus blijkbaar ook hier al dichtbij. De vaandrig vermeldt in het door hem in augustus 1940 opgemaakte verslag hieromtrent o.m. 'Gezien het feit, dat het uit stelling brengen der mitrailleurs, het af breken der affuiten (zonder welke de mitrailleur niet te hanteren is) en het meenemen van de benodigde munitie geruime tijd in beslag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 221