756 De Luchtwachtdienst dementen en luchtlandingen. Ook de post Rotterdam, van waaruit men vrij nauw keurig kon waarnemen wat er op de Maas en bij de Maasbruggen voorviel, maakte zich in dit opzicht zeer verdienstelijk. Door het verrassende en snelle optreden van de vijandelijke landstrijdkrachten vielen op 10 mei de telefonische verbindingen met de meest oostelijk opgestelde luchtwachtposten al vroeg uit. Voorts werd het telefonisch verkeer met de drie noordelijke provincies op deze dag ernstig gestoord, doordat eigen troepen tussen 5.45 en 6.30 de IJsselbruggen bij Katerveer opbliezen. Mèt de brug werden ook de telefoonkabels vernield, die de voornaamste verbinding vormden met de in deze provincies gevestigde posten. Een en ander had tot gevolg, dat het waar nemingsgebied van de luchtwachtdienst reeds op de eerste oorlogsdag aanmerke lijk kleiner werd en - naar gelang de vijandelijke opmars vorderde - steeds ge ringer van omvang werd. Een ander gevolg van de snelle Duitse opmars was, dat het (ongewapende) perso neel van de nabij de oostelijke landsgrens opgestelde posten al spoedig werd ge- gedwongen in westelijke richting terug te trekken, voorzover het daartoe althans nog de gelegenheid kreeg. In de instructies der verschillende post- en groepscom mandanten was met de mogelijkheid van een terugtocht rekening gehouden. Na de ontvangst van de eerste berichten over de schending van ons luchtruim werd op het C.L.B. onmiddellijk de radio zend- en ontvangapparatuur in wer king gesteld, zodat een ieder in Nederland, die op dat vroege uur zijn radiotoe stel op een van de normale omroepkanalen had aanstaan reeds om 1.36 kennis kreeg van de uit de luchtwachtmeldingen verkregen gegevens. Tussen 3.30 en 4.30 vielen de telefonische verbindingen met de luchtwachtposten Maastricht, Helden, Zevenaar, Ravenstein, Goor, Haaksbergen, Hengelo (O), Gennep, Winterswijk, Zutphen, Apeldoorn en Hardenberg en kort daarna ook die met Beilen, Doetinchem, Winschoten, Ter Apel, Almelo, Ommen, Venray, Oss en Dedemsvaart uit. Om 10.55 trok de Commandant van de Luchtwachtgroep Arnhem, reserve kapi tein G. Woltman, met zijn officier-toegevoegd, acht onderofficieren en 72 korpo raals en soldaten terug op Utrecht en om 12.00 uur zweeg de luchtwachtpost Ede. De korpscommandant verplaatste het op Utrecht teruggetrokken personeel naar 's-Gravenhage en bestemde het voorlopig als reserve ter nadere indeling. Het vormde een depot in het Sint Aloysius College aan de Oostduinlaan. Toen vele plaatsen in de provincie Zeeland (o.a. Kortgene, Hulst en Aardenburg) tengevolge van locale telefoonstoringen na 15.00 geen aansluiting meer konden krijgen op de ringlijnen, gaven zij hun berichten door aan het Commando Zee land.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 230