De Luchtwachtdienst westen van het land gevestigde posten werden op 12 mei verbroken, toen om streeks 1.30 de telefooncentrale van het H.L.B. Rotterdam uitviel. Later bleek dat het in paniekstemming verkerende personeel van dit H.L.B. op genoemd tijdstip de telefooninstallaties voor een groot deel had vernield en vervolgens zijn post had verlaten. Een uitvoerige beschrijving van dit gebeuren is opgenomen in Hoofd stuk VI, deel I, sub c. De korpscommandant nam onmiddellijk maatregelen om de meldingen uit het onder dit bureau ressorterende waarnemingsgebied over het H.L.B. Utrecht te leiden. Zoals mede uit Hoofdstuk VI, deel I, sub c, kan blijken, was de centrale van het H.L.B. Rotterdam overigens dezelfde dag om streeks 14.00 weer in bedrijf. Het te Utrecht verblijvende personeel van de Luchtwachtgroep Zutphen maakte zich op 11 mei verdienstelijk met het vullen van een groot aantal zandzakken. In de vroege morgen van 12 mei werd de Commandant van de Luchtwachtgroep 's-Hertogenbosch om 2.00 gewekt en werd hem vervolgens medegedeeld, dat alle Nederlandse militairen Breda moesten verlaten in de richting Roosendaal. Nadat hij zich van de juistheid van dit bericht had overtuigd, gaf kapitein Gudde zijn personeel bevel zich voor vertrek gereed te maken en in de auto's plaats te nemen. Op grond van de ervaringen, die hij de vorige dag had opgedaan tijdens de tocht naar Rijsbergen en terug, liet de kapitein de auto's niet in colonneverband rijden, doch afzonderlijk en met grote onderlinge afstanden. Het werd een lange en ver moeiende tocht, die eerst in de late avond in Zaamslag (Zeeuwsch-Vlaanderen) eindigde. Nadat hiervoor met het Algemeen Nederlands Persbureau (A.N.P.) een regeling was getroffen, werden op verzoek van de Commandant van de Vesting Holland bekendmakingen en bepalingen met betrekking tot het militair gezag m.i.v. 10 mei omgeroepen door de radio-officier van het C.L.B. Omdat de Nederlandse luisteraars de stemmen van de met het omroepen der bekendmakingen belas te officieren niet kende, bevorderden deze door het C.L.B. verzorgde uitzendingen al spoedig het ontstaan van allerlei wilde geruchten omtrent verraad. Dit typeert de stemming, die zich reeds op de eerste gevechtsdag van de bevolking van het nog niet bezette deel van Nederland had meester gemaakt. Voor het laatst werd door het C.L.B. een bekendmaking omgeroepen op 12 mei te 21.20. Daarna werden op last van de O.L.Z. de mededelingen van het militair gezag nog slechts omgeroepen door de 'vertrouwde' stemmen van het A.N.P. Aan het einde van de derde gevechtsdag was het waarnemingsgebied van de lucht wachtdienst weer kleiner geworden; het werd nu begrensd door de lijn: Haam stede - Hoogerheide - Zevenbergen Gorinchem Baarn - Enkhuizen - Ter schelling (Brandaris). 760

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 234