De Luchtwachtdienst
De telefoonverbindingen met het H.L.B. Rotterdam vielen op 14 mei uit om 13.30
na het bombardement van deze stad. Behalve het C.L.B. te 's-Gravenhage, func
tioneerden na genoemd tijdstip nog slechts het H.L.B. Amsterdam èn - zij het min
of meer geïmproviseerd - het H.L.B. Utrecht. Het waarnemingsgebied was in de
voorafgaande dagen, als gevolg van de Duitse opmars, het terugtrekken van het
Veldleger en het wegvallen van de telefoonverbinding met de provincie Zeeland
en de Zuidhollandse eilanden, echter reeds dusdanig ingekrompen dat het er in
feite nog weinig toe deed of het H.L.B. Rotterdam al dan niet functioneerde.
In de morgen van 14 mei liep de grens van het waarnemingsgebied langs de lijn:
Hoek van Holland Rotterdam - Gorinchem - Vianen, om vervolgens terug te
springen op de lijn: Schoonhoven Bodegraven Amsterdam Enkhuizen
Terschelling (Brandaris). Dit gebied was dermate ondiep, dat van een doelmatig
werkende luchtwachtdienst geen sprake meer kon zijn.
Om 15.00 dus kort voor het neerleggen der wapens - ontving de korpscomman
dant van de C.-Lvd. het bevel, dat voortaan geen berichten over vijandelijke
luchtlandingen meer mochten worden omgeroepen.
Het was in de afgelopen gevechtsdagen namelijk overduidelijk gebleken, dat met
het omroepen van dergelijke berichten de vijand in de kaart werd gespeeld. Door
de radio-ontvangers van hun luisterdienst af te stemmen op de golflengte van de
Nederlandse omroepzender konden de Duitsers namelijk te weten komen, waar
en wanneer een bevolen luchtlandingsactie was uitgevoerd. Bovendien verwekten
de meestal overdreven en dikwijls zelfs volkomen onjuiste berichten grote onrust
bij de burgerbevolking, terwijl de Nederlandse troepen door de veelvuldige en
vergeefse patrouillegang, de verscherpte wachtdiensten en andere afweermaat-
regelen nodeloos werden afgemat.
Na het neerleggen van de wapens werd het op het C.L.B. allengs stiller. Verschil
lende postcommandanten meldden zich voor het laatst met het bericht, dat de
meldingsdienst 'tot nader order' werd gestaakt. Daarna zweeg ook de telefoon,
die gedurende de mobilisatie en de vijf gevechtsdagen zulk een 'plichtsgetrouwe
medewerker' was geweest.
Richten wij thans de blik op Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de strijd evenals in het
overige deel van de provincie Zeeland - nog voortduurde tot 19 mei.
Zoals reeds is vermeld, had majoor De Heer in de middag van 14 mei opdracht
gegeven een luchtwachtpost in Zaamslag op te richten. Deze nieuwe post instal
leerde zich in de morgen van 15 mei aanvankelijk op de toren van de dorpskerk,
doch kort daarop aan de rand van het dorp, waar het uitzicht eveneens uitstekend
was.
Kapitein Gudde nam contact op met de vier in Zeeuwsch-Vlaanderen nog steeds
in bedrijf zijnde luchtwachtposten, die waren gevestigd te Aardenburg, Hulst,
762