763
De Luchtwachtdienst
Terneuzen en Yzendijke. Deze posten hadden, wegens het uitvallen van de ver
bindingen met het H.L.B. Rotterdam, sinds enige dagen hun berichten al door
gegeven aan het Commando Zeeland. Na overleg met kapitein Gudde meldden
zij nu tevens aan de post te Zaamslag, waar de Fransen luchtdoelbestrijdingsmid
delen hadden opgesteld. Voor het overige verrichtte het in Zaamslag verblijvende
personeel van de voormalige Luchtwachtgroep 's-Hertogenbosch patrouille- en
wachtdiensten, regelde het verkeer en trad op als tolk voor de buitenlandse
troepen.
Omtrent de verdere lotgevallen in Zeeuwsch-Vlaanderen van de voormalige Lucht
wachtgroep Breda, die op 14 mei in Sluis was aangekomen en aldaar nog korte
tijd dienst deed, zijn geen gegevens gevonden.
In de avond van 16 mei ontving kapitein Gudde van majoor De Heer bevel de
volgende morgen om 5.00 met zijn groep af te marcheren naar Sluis, waar hem
nadere orders zouden worden verstrekt. Uit verschillende dagboeken van com
mandanten van op dat tijdstip in Zeeuwsch-Vlaanderen verblijvende onderdelen
blijkt, dat de daar aanwezige Nederlandse troepen naar België moesten terug
trekken en dat deze terugtocht in de avond van 16 mei een aanvang nam.
Op 17 mei vertrok kapitein Gudde om 5.00 met zijn personeel naar Sluis, waar hij
nog een kort onderhoud had met Z.K.H. Prins Bernhard. Ingevolge verkregen
opdracht begaf hij zich vervolgens met zijn groep naar Retranchement, waar
hij kapitein Van der Matten met personeel van de voormalige luchtwachtgroep
Breda aantrof. Omdat hij in Retranchement niemand vond tot wie hij zich kon
wenden voor nadere orders, besloot hij naar Sluis terug te keren. Toen hij daar
op 18 mei arriveerde, hoorde hij dat Walcheren was gevallen en dat het gewenst
zou zijn weer een luchtwachtdienst in Zeeuwsch-Vlaanderen te organiseren. Hij
meldde zich daarom in Oostburg bij majoor De Heer, doch deze deelde hem
mede, dat hij zelf elk ogenblik verwachtte te moeten vertrekken. Hij raadde kapi
tein Gudde daarom aan, zich te vervoegen bij de ter plaatse aanwezige Franse
generaal. Op het bureau van deze generaal werd hem medegedeeld, dat hij zich
bij een kolonel in Brugge diende te melden. De kapitein vertrok daarop met zijn
groep naar Brugge, waar hij van de betrokken kolonel de opdracht kreeg om
door te rijden naar La Panne, een dicht bij de Franse grens gelegen Belgisch
kustplaatsje.
De groep Van der Matten arriveerde op 19 mei eveneens in La Panne, maar ver
plaatste zich op 21 mei naar het 2 km verder gelegen plaatsje St. Idesbald. Hier
werd deze groep op 1 juni door de oprukkende Duitsers achterhaald, maar niet
gevangen genomen. Reeds de volgende dag bereikten de mannen van deze lucht
wachtgroep weer hun eigen woonplaatsen.